45 komstig de verpligting, hun daartoe opgelegd bij het octrooij tot indijking van den 11 April 1612", terwijl „provisioneel en voor zooverre deswege in het vervolg geene andere schikkin gen werden vastgesteld tot de jaarwedde van den predikant van Breskens, berekend tegen 800 guldens 's jaars, van den Lande zal betaald worden 700 guldens 's jaars en de overige 100 gulden van wegens de gemeente gesuppleerd'1). Voor de consistoriale vergadering bleef alsnu nog de rege ling over van de wijze, waarop de gemeenten de gelden zouden bijeenbrengen om de kosten te dekken, welke het Sou- verein Besluit van 9 Februari 1815 voor hun eigen rekening liet, zooals die van het kerkelijk bestuur, het bezoldigen der kerkelijke bedienden, het onderhoud van de kerkgebouwen en pastorieën en de toelage, die zij jaarlijks aan het landstracte- ment van hun predikant hadden toe te voegen. Nadat de beide consistoriale vergaderingen van Sluis en IJzendijke dienaangaande met elkander van gedachten had den gewisseld2), kwam deze regeling op het laatst van 1815 tot stand den 6 December 1815 vereenigde zich die van Sluis met het reglement, dat de IJzendijksche op 6 November te voren had beraamd en aldus luidde „1°. de plaatselijke kerkenraden van elke parochie of ge meente, onder de consistoriale kerken van Sluis en IJzendijke gehoorende, bij dewelke er geene vaste toereikende middelen ter bestrijding van de hiervoren uitgedrukte kosten 3) hebben bestaan en alwaar deze kosten door middel van vrijwillige in schrijvingen of inteekeningen niet reeds gevonden zijn en bij vervolg regelmatig kunnen gevonden worden, zullen uit hun midden benoemen drie leden, welke met kerkmeesters en bij zooverre die beampten in eene gemeente bestaan, anders en alwaar dit geen plaats heeft, met een gelijk drietal ledematen, buiten denzelven kerkenraad door de gemeente reeds ver kozen of opnieuw te verkiezen op zoodanig eene wijze als in 1) Acta consist, vergadering Sluis, 22 Juni 1815. 2) Blijkens de acta consist, vergadering Sluis, 31 Mei en 22 Juni 1815. 3) Namelijk Jie van het kerkelijk bestuur, de bezoldiging der kerke lijke bedienden, enz.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1939 | | pagina 101