53
eigenlijk niet tot het handschrift, maar is er aan toegevoegd
en met een andere hand geschreven.
Blijft er na de publicaties van Loewenfeld en Gallée, Reiners,
Fruin, Dommisse, Wampach en Vannérus betreffende deze
Lijst nog iets te zeggen over 1
In de eerste plaats moeten wij ons kanten tegen de op
vatting van Dommisse, als zou de Lijst van Echternach een
zgn, „omloper" zijn, waarin de loop der zon van O. naar N.
gevolgd wordt evenmin kunnen wij zijn stelling aanvaarden,
dat de achter eiken persoonsnaam eerst genoemde percelen
zgn. „hoofdblokken" onder de ambachten West- en
Noordmonster, een aaneengesloten geheel zouden uitmaken,
gelegen tussen de lijnen der op blz. 146 zijner verhandeling
ingelaste figuur. Van de overige achter eiken hoofdblok in
deze ambachten opgetekende partijen neemt Dommisse aan,
dat zij aangeven wat de pachter van het hoofdblok tegen
betaling van cijns, pacht of huur aan Echternach nog elders
in Walcheren bebouwde of beweidde2).
Met het uitgangspunt van Dommisse is het al dadelijk mis.
Hij zegt „Er wordt in het ambacht vermeld een Ostmede en
een West mede. Daarmede kunnen niet anders dan de twee
uiteinden bedoeld zijn van de Hayman c.a., het voornaamste
1S. Loewenfeld en J. H. Gallée, Die besitztümer der abtei von Echter
nach Westdeutsche Zeitschrift für Geschichte u. Kunst, 1889).
Ad. Reiners, Les manuscrits de l'ancienne abbaye d'Echternach, con
serves a Ia bibliothèque nationale de Paris (Publications de l'Institut de
Luxembourg, XL, blz. 12 vlg., vooral 39).
Id. De school van H. Willibrord in de abdij van Echternach. De hand
schriften van de nationale boekerij te Parijs (Dietsche Warande, N. R.
Tweede jaargang, 1889, 47).
R. Fruin, Grondbezittingen der abdij van Echternach op Walcheren
(Nijhoffs Bijdragen voor geschiedenis en oudheidkunde, 3e reeks, VI, 1892,
blz. 291 vlg.).
P. K. Dommisse. Onderzoek naar de eerste omwalling en omgeving
der stad Middelburg (Archief Zeeuwsch Genootschap, 1904, Bijlage II,
blz. 184 vlg.).
C. Wampach, Geschichte der grundherrschaft Echternach im früh-
mittelalter, 1929, I, 1, blz. 239, 285, 397.
J. Vannérus, Le cartulaire de i'abbaye d'Echternach (6981222) in
Bull. Comm. roy. de topon, et de dialectol.. VI, 1932, blz. 2, 13, 241.
2) P. K. Dommisse, A.w., 144.