56
en verhoogduitsing zijn van den Achternaaksen copiist voor
stricke, d.i. strincke
Tegen Dommisse's stelling pleit nog de omstandigheid, dat
sommige blokken zowel onder West- als onder Noordmonster
voorkomen, 't zij als hoofd-, 't zij als zwerfblok b.v.
Tingemet W.M. No. 37 N.M. No. 53, 54 (Tingemet,Tiggemet
Volquilant 6, 13, 14 49 (Volqimed)
Terra S. Willibrordi 13 42 fHeimkin).
Grotmede 35 56 {Grotmede).
Deze tegenwerping snijdt geen hout, indien het bewijs ge
leverd wordt, dat de grens tussen de twee ambachten dwars
door de bewuste percelen liep, wat a priori niet uitgesloten
is, ofwel veel onwaarschijnlijker dat in West- en Noord
monster dezelfde veldnamen ter aanduiding van verschillende
landerijen voorkwamen.
Ook treden dezelfde zgn. „zwerfblokken" in de twee am
bachten op. Dit is het geval met
Virdehalfgemet W.M. 21 N.M. 53 (Virdehalfgemet)
Volquilant 6, 14 49 (Volquimed)
Westmede 33, 35 „50 (Westmede)
Suthalfuueies 44 55 (Suthmed)
Heimkin S. Willibrordi 2) 11, 13 42 (Heimkin)
Ten slotte rijst nog het bezwaar gesteld dat de Lijst wel
een zgn. „omloper" zij dat, No. 2 al lang voorbij zijnde,
men terug naar no. 2 moet bij nos. 7, 13, 14, 20 bij no. 14
(Volquilant)terug naar no. 13 en van daar terug naar no. 6
Wij kunnen nu besluiten de zgn. „hoofdblokken" onder
West- en Noordmonster-ambacht vermeld, kunnen geen aan
eengesloten geheel gevormd hebben, maar lagen, evenals de
zgn. „zwerfblokken" verspreid. De bezittingen der abdij van
Echternach op Walcheren lagen bijgevolg in „streulage",
vormden een „streubesitz", een uit elkaar gelegen of verspreid
grondbezit, zoals van oude kloostergoederen te verwachten is.
1) Zie: P. L. Tack, Walcherse Plaatsnamen (Nom. Geogr. Neerl.
VIII. 70/71). Vgl. Lijst v. Echtein., no. 54: tiggemet voor tingemet.
2) Met terra S. Willibrordi (no. 13). Heimkin S. Willibrordi (no. 13)
en Heimkin (no. 42) zal wel hetzelfde bedoeld zijn.