85 schop Balderik van Utrecht vóór Bruno aartsbisschop van Keulen werd. was hij cancellarius van zijn broeder en tal van charters zijn door hem onderteekend. Door hem kwam een nieuw geslacht van kerkvorsten en rechtsgeleerden op, waarop Otto 1 bij de regeering van het rijk krachtig kon steunen. Dit ter waarschuwing voor al te ruwe handen. Onze mee ning is, dat deze bevestigingen een bewonderenswaardige kort heid aan grooten logischen bouw en begrip voor onderschei ding openbaren. Ze zeggen zonder veel omhaal van woorden kort en krachtig waar het op aankomt en hoeden ons tevens voor elke mogelijke vergissing Duitsche grondigheid en Fransche helderheid in eenen. Al dadelijk verwerpen wij de bewering, dat de tweede bevestiging een nadere aanvulling en verklaring van de eerste zou zijn. Ook verwerpen wij de be wering, dat de namen Schelde en Striene hier door elkaar zouden gebruikt zijn en dat men dus voor Striene ook Schelde mag lezen en omgekeerd. In 966 en 967 waren deze 2 wateren reeds zulke belangrijke handelswegen, dat het eenvoudig niet aan te nemen is, dat in een keizerlijke bevestiging de grenzen daarvan niet zouden gekend zijn. Wel is in dezen tijd alles nog zeer primitief, vergeleken met onzen tijd. maar toch in al zijn primitiviteit in alles scherp omgrensd, en stelselmatig. Al was toen de bevolkingsdichtheid nog gering en de over heidsbemoeiing nog zeer zwak. er was toch een stelsel en de kennis der waterwegen in deze streken van Friesland en Duitschland naar oude Zuidelijke streken en naar Vlaanderen en Engeland vormden waarschijnlijk al van voor-Romeinschen tijd een oude traditie en de veranderingen daarin deelde men ongetwijfeld elkaar voortdurend mede. Wel heeft zeker de volksverhuizingstijd en hebben later de invallen der Noormannen de handelsbeweging geschaad, maar wie denkt, dat de traditie ooit verbroken is, vergist zich ten eenenmale. dat blijkt telkens opnieuw. In 966 en 967 is er een geregeld verkeer te water door ons land, de Noormannentochten zijn zoo goed als afgeloopen, er is een geregeld muntstelsel. De Benedictijner abdijen van St. Pieter en St. Bavo te Gent, van St. Amand te Doornik, de abdijen

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1939 | | pagina 141