86 van St. Geertruida te Nijvel en die van St. Truijen bestonden toen al lang en hadden al een grooten arbeid verricht. Vanuit Maastricht en Luik, vanuit de abdijen van Thorn en Echternach was ook voor ons land reeds veel zegenrijks uit gegaan. Karei de Groote had zijn uitgebreide capitulare over de villae al uitgevaardigd en de gevolgen daarvan hadden al anderhalve eeuw doorgewerkt en deze waren door de Noor mannen wel gedeeltelijk, maar volstrekt niet heelemaal ver duisterd. Utrecht bezat reeds zijn kapittels van St. Maarten, S. Salvator en St.Pieter en zijn kapittelscholen van St. Maarten en S. Salvator. De bisschoppen van Utrecht waren al lang uit hun verbanningsoord Deventer naar Utrecht teruggekeerd. Het vroon- en meyer-systeem der Benedictijnen werkte ook reeds in onze streken in goeden zin. Van de abdij van St. Bavo wordt reeds in dezen tijd gemeld, dat ze in Hostholt uitge breide gorzen bezat, toereikend voor de voeding van 400 schapen, uit welke eenvoudige mededeeling een zeer goede administratie blijkt. Zeeland is dan al over z'n geheele opper vlakte bewoond. De aanwezigheid van Zierikzee en Aarden- burg staat vast. De abdijkerk van Egmond wordt 950 gesticht. Alfred de Groote's bewind was al sinds een halve eeuw geëindigd en iets van den vooruitgang, dien dit bracht heeft ongetwijfeld ook afgestraald op onze streken. Dit alles ver melden we slechts, om te doen zien, dat de maatschappij in al z'n vormen omstreeks 967 niet zoo wild en barbaarsch was, als men ons vaak wil doen gelooven en in elk geval is er vol strekt geen aanleiding om een charter uit dien tijd niet letterlijk te nemen, integendeel. We zullen daarop niet nader ingaan en betwijfelen ten sterkste dat het toen nog mogelijk zou geweest zijn. dat een keizerlijke kanselarij de Schelde en de Striene zou verward hebben. Maar ook als men dit alles niet in aan merking neemt, spreekt de korte, logische bouw van de twee bevestigingen daarvoor en de fijne wijze, waarop ze onder scheid maken. Er is van 3. villae (landgoederen) sprake: de eerste sita in pago Tessandria, super fluvio Struona, in villa, quae dicitur Bergom. Dit is dus een Bergen in Toxandria aan

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1939 | | pagina 142