104 Blois en de groote bastaard van Blois bezaten dezen dijk te zamen met andere leengoederen in Poortvliet. Deze leen goederen waren een afgescheiden deel van het ambacht Poort vliet, dat wel niet in zijn geheel mocht verleid worden en dus voor 1 704 nooit een ambachtsheer had, maar altijd onmiddel lijk onder de grafelijkheid stond, maar waarvan eenige onder deden altijd wel verleid werden. Men lette er in het bijzonder op, dat deze ridders niét heer van Poortvliet waren, al bezaten ze er leengoederen en al hadden ze ook soms het ,,huys het Kasteel Valkenburg" in leen. Ofschoon bovenstaande argumenten ons meer dan vol doende schijnen, willen wij toch niet nalaten nog eenige aan wijzingen te behandelen, die door Hollestelle gedaan worden en die aantoonen, meent hij, dat het werkelijk Willem I was, die den polder indijkte. Ik zal dit ,,het Egyptische argument" noemen. De noordelijke dijk van den Vijftienhonderdgemeten polder heet de Sphinxen-dijk, de burcht te Tholen heette „Klein-Egypte" en een herberg, waar de corporaties uit Tholen nog al eens bijeenkwamen heette ,,de Kemel", Hollestelle redeneert nu zoo ,,al deze namen wijzen op Egypte, Willem I is naar Egypte geweest, na 1217 kreeg hij zijn helft van het land Schakerloo, in dat land komen Egyp tische namen voor, dus Willem I moet den polder, waarin die namen voorkomen, hebben ingedijkt." Wij moeten er kennen, dat we vroeger, toen we de boeken van Hollestelle lazen en niet nader op alles ingingen, dit .Egyptische argu ment" zeer sterk achtten, net zoo lang tot de bovengenoemde feiten ons aan het twijfelen brachten en we meenen, dat ook dit argument geen steek houdt. We weten, dat in 1217 onder aanvoering van Willem I van Holland en George von Wied een vloot van 300 schepen uitzeilde. Met uitzondering van den landstrijd in Portugal, was dit voor Willem voornamelijk een zee-expeditie. Zoodra Damiate was ingenomen, keerde Willem reeds terug. Van sphinxen en kemels was op zijn tocht geen sprake. In 1222 overlijdt hij, de polder zou hij dan of in 1220 of in 1221 hebben moeten indijken en hij zou er dan ook al direct een burcht hebben moeten laten bouwen, want het

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1939 | | pagina 160