109
kende. De Bocklenberg is dus ,,de bakentjesberg", dat is of de
haven vanTholen of de hil.de berg", waarop de tol zich bevond.
Waar juist bij Tolen de Striene zijn Z.-W. loop begon, was dit
dus het noordelijke eindpunt van Schakerloo, dus ook juist het
punt, waar Tholen lag. Een blik op de kaart leert dit vol
doende. Toen de 1500-gemeten eenmaal aanwezig waren, is
Hendrik Buffel daar bij de tolplaats gaan wonen. Ook dit
is een aanwijzing, dat op de hil al een plaatsje was, want
anders zou men geen reden kunnen vinden, dat hij juist daar
ging wonen, omdat in Oud-Schakerloo ook al een middelpunt
van bewoning was. Maar de ambachtsheer werd als 't ware
naar dit belangrijke punt getrokken en heeft er vrij spoedig
in de 1500-gemeten een kasteel gesticht, daar dit in 1343 door
Jan van Beaumont al geheel opgeknapt en vernieuwd moest
worden. In de middeleeuwen kende men geen revolutiebouw
en daaruit volgt, dat het kasteel er al vrij gauw was, want de
tijdsafstand 12551343 is niet groot. Als herinnering aan zijn
tocht naar Egypte heeft hij zijn burch Klein Egypte" ge
noemd en ook invloed uitgeoefend op de benamingen „Sphin-
xen-dijk" en Kemel". Het plaatsje op den hil heette „der
tollen". Blijkens tal van schriftelijke bewijzen zei men bijv.
„hij komt van „der tollen", wat dan later „ter Tholen" of
eenvoudig „Tholen" geworden is. Het beteekent „aan of bij
den tol Daarbij kwam dus in den polder het huis van heer
Hendrik, het slot dus en dicht daarbij langs den dijk een
dorp, dat Hardestock genoemd werd. Beide namen werden
nog in een charter van 1290 naast elkaar gebruikt, als de
naam, toen al, van één plaats. De naam Hardestock verdween
langzamerhand, wat werkelijk geen wonder is, want de andere
naam was én veel ouder èn veel typischer. Men vergete n.l.
niet, dat, als in 1253 in het charter van Margaretha en Guy
van Vlaanderen van het plaatsje „der tollen" sprake is en men
deze aanduiding zóó, onmiddellijk begreep, daarvoor een lange
groeiperiode, aan 1253 voorafgaande, moet zijn geweest. De
terugwijzende pijl van deze ontwikkeling richt zich ook naar
967. Talrijke bewijzen zijn er, dat plaatsen toen niet sterk
groeiden het duurde lang eer een plaats iets beteekende. De