XII
No. 2473, een blauw zijden lint voor een Walchersche
kaphoed,
No. 2474, een Walchersch kaphoedje met lint voor een
boerenmeisje, 19e eeuw,
No. 2475, een paar balspelden van verguld-koper,
No. 2476, een boerenjongensborstrok van gekleurd ge
bloemd katoenen damast met 19 zilveren knoopen van een zeer
weinig voorkomend type, alsmede bovenaan een aardig be
werkte krioop,
No. 2477, een paar losse mouwen van katoen damast,
alle geschonken door de dames M. G. A. en A. M. de Man
te Middelburg".
Omtrent het porselein en aardewerk bericht de
conservator:
,,De verzameling bleef in denzelfden staat".
De conservator der schilder ij en deelt mede
„Omtrent deze verzameling valt niets bijzonders te vermei
den. Aanwinsten werden niet verkregen".
Het verslag van den conservator der penningen en
munten luidt
„Over het afgeloopen jaar vallen verscheidene interessante
aanwinsten te vermelden.
Bij het omspitten van een stuk weiland onder de gemeente
Renesse vond een arbeider ongeveer 30 c.m. onder den grond
een volkomen gave gouden munt, welke kon worden bestemd
als te zijn een in 1582 te Gent geslagen nobel een revo-
lutiemunt, vervaardigd onder het bewind van Francois d'Alen-
gon, hertog van Anjou. Na de Pacificatie van Gent trokken de
Staten van Vlaanderen de macht aan zich en zij lieten te
Brugge munten slaan. De stad Gent, welke aan het hoofd van
de anti-Spaansche beweging stond, wenschte echter herope
ning van haar eigen munthuis en zij wist ondanks het
verzet van de Bruggenaren haar zin door te zetten. Den
veertienden Mei 1581 ving de muntslag te Gent aan behalve
dukaten werden ook geslagen „nieuwe gouden vlaemsche