132
te water had. In deze Vliet werd waarschijnlijk met grond uit
het Spaart (pas later zoo genoemd, het beteekent het afge
damde water) een breede dam tot terphoogte opgeworpen,
waarop dan langzamerhand Poortvliet is verder gegroeid, dat
zelfs later ..oudport" geheel overvleugelde. De kerk en het kerk
hof daarbij verdwenen reeds voor 1255, want voor dien tijd is
er al sprake van ,,het schor op het Oude Kerkhof", de haven
beweging verdween geheel en alleen de molen bleef. Misschien
is uit piëteit voor het voorgeslacht het kerkhof ook zonder kerk
nog lang blijven bestaan en gebruikt. Wellicht verdient ook
het feit vermelding, dat uit de geschiedenis van Poortvliet
blijkt, dat het twee pastoors had en dit nog een oude traditie
was uit den tijd, dat de kerken van „oudport" en „nieuw-
port" „torp" nog naast elkaar bestonden. Mogelijk is na
het verdwijnen van de kerk in oudport, toch het ambtsgebied
van den pastoor van het oude dorp blijven bestaan, daar
tusschen de 2 geestelijken wel een taakverdeeling zal hebben
bestaan, die dan nog gegrond kan geweest zijn op oeroude
tradities en toestanden in dit gebied, zooals dit nu nog op
Schakerloo en op eenige Schouwsche plaatsjes het geval is,
vandaar de naam ,,Oade Kerkhof Later is ook dit ver
dwenen. Maar de omstandigheid dat voor 1255 al gesproken
wordt van het „schor op het Oude Kerkhof' wijst naar een ver
verleden, dat ook in 1255 al ver verleden was. Weer wijst de
terugwijzende pijl van het verleden naar 967. Tusschen
9671255 valt dan eerst de opkomst van het „oudport" en
ook al het langzame terugwijken daarvan voor Poortvliet.
Verder meenen we, dat de eigennaam van dit „oud-port",
van dit oudste dorp uit het ambacht is geweest „Worden-
bornhoes"Dus zonder „het", zooals het charter van 1255
het ook geeft.
VII. De kanunniken van de kerk te Roden.
Van 1230 hebben we een charter, waaruit blijkt, dat
Floris IV toen in Schakerloo (het oude) tienden en landerijen
kocht, toebehoorende aan de kerk van Roden, met uitzonde-