XIII nobels, wegende vier engelschen veerthien aesen, en doende 25 schellingen in 't stuk De te Renesse gevonden munt, die voor het Genootschap kon worden aangekocht, is een dezer thans zeer zeldzaam geworden „vlaemsche nobels", waaraan gaarne een plaats in de zoo fraaie noodmuntenverzameling wordt ingeruimd. Door schenking werden twee zilveren penningen verkregen, welke van belang zijn voor de geschiedenis van het negen- tiende-eeuwsche Middelburg en die dan ook dankbaar werden aanvaard. In den nacht van 24 op 25 Mei 1819 werd de Koorkerk te Middelburg door den bliksem getroffen, tengevolge waar van een plank aan het dak begon te branden. Met gevaar voor eigen leven heeft toen de loodgieter H. Munters zich in den vangbak laten afzakken en hij slaagde er in het stuk hout los te rukken en het vuur te dooven. Als belooning voor deze daad schonk de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen hem een zilveren penning, geslagen op den stempel der Maat schappij, waarop aan de keerzijde de inscriptie is gegraveerd ,,Aan Huibertus Munters, den 8sten van Oogstmaand 1820" op den rand het omschrift „Voor edelmoedige daden". Een bijzonderheid van dezen penning is nog, dat hij op dubbele zwaarte is geslagen, hetgeen slechts zeer zelden voorkomt. Munters ontving voorts van het bestuur der stad Middelburg een geheel gegraveerden zilveren penning met een voorstelling van het interieur der Koorkerk en een inscriptie, betrekking hebbende op zijn moedige daad. Deze penning is uniek en het stemt tot bijzondere voldoening, dat het Genootschap dit stuk in het kabinet kon opnemen. Ten slotte werden door aankoop en schenking nog meerdere munten en penningen verkregen de volledige lijst der aanwin sten volgt hieronder. A. Penningen. 1. (1778). Prijspenning van de Middelburgsche Tee kenacademie, uitgereikt in 1855. Met ring. Door G. Koekers. Vervolg op Van Loon nr. 535 Brons.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1939 | | pagina 19