136 k. Wij houden het ervoor, dat Oud-Schakerloo op cijns is ingedijkt door één der kerken van Aardenburg n.l. die, welke voor 1229 al een kapittel had. Wij weten, dat ook de kapittelkerk van Doornik zich met inpolderingen inliet, zoodat deze veronderstelling niets vreemds is. Hier hebben we dus een aanwijzing, dat ook een kapittel uit Aardenburg dit deed, misschien met werklui uit Zeeland, wat dan den naam ,,Vrie- zendijk", die toch ergens op moet berusten, zou verklaren. Uit de in 1366 aan Tholen door Jan van Blois, den kleinzoon van Jan van Beaumont verstrekte keuren is gebleken, dat één der hoofdvoorwaarden, waarop de 1500-gemeten zijn ingedijkt, deze is geweest, dat diens bewoners in geestelijke zaken niet verder mochten worden gedaagd dan voor het Hoog-Altaar van Tholens Lieve-Vrouwenkerk. Alle over tredingen moesten daar en niet elders worden berecht. Hieruit blijkt, dat de graaf berustte in het benoemingsrecht der priesters door den bisschop van Luik. behoudens zijn goed- of afkeuring, maar dat hij door de bovenstaande regeling den invloed van den bisschop verder heeft willen knotten. Zoo had de graaf dus ook in deze zaken het meest te zeggen, want de geestelijkheid moest door het benoemingsveto hem naar de oogen zien. m. De belangrijkheid van Tholen in de middeleeuwen blijkt hieruit, dat het in 1400 ter heervaart moest optreden, met een kogge en 31 man. n. Uit charters en stukken blijkt, dat Tholen langs de Eendracht 12 bakens plaatste en onderhield en dat men dit den watertol noemde en het geld bakengeld. o. Llit het feit, dat Schakerloo pas Iaat bij Zeeland ge komen is, is ook het feit te verklaren, dat het eigenlijk los stond van Zeeland Beoosterscheld. Nog bij het Groot-Privi legie werd gezegd, dat er in Zeeland twee rentmeesters zouden zijn. n.l. die van Bewester-_en die van Beoosterscheld ,,he- houdende de ingezetenen van Tholen hare oude costumen" Hier was n.l. de baljuw tegelijk én rentmeester én baljuw, ook voor de allerhoogste rechtsspraak. p. Om te laten zien, hoe lang die abdijen uit Vlaanderen

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1939 | | pagina 192