137 wel invloed hadden in het Z.W. van ons land, noemen we bijv. dat er gewag gemaakt wordt van schenkingen aan de abdij van Duinen" in 1316, maar ook nog in 1354. q. Het naast elkaar bestaan van het woord ,.sek" naast zegge' in Zeeland schijnt er op te wijzen, dat in het middel- ecuwsche Zeeuwsch de uitspraak van de zachte, stemheb bende k (die van het Duitsche ,,gut" en het Fransche,,gargon" heeft bestaan. Te meer, daar althans naast Kortgene bestaat Kortekeen, naast het eiland Gerselre de naam Vessel voor dit gebied, terwijl naast den Ag-ger het woord akker staat. De gecursiveerde g's werden dus blijkbaar als zachte-k uit gesproken, althans we zien geen andere verklaring en deze uitspraak der g als zachte k wijst waarschijnlijk nog op den ouden invloed der Friezen. Déze g-uitspraak is dan later door Frankischen invloed verdwenen. Het is weer een bewijs te meer vr>or de bewoning van Zeeland door „Friezen" in de vroege middeneeuwen, naast de vele andere bewijzen. r. Reeds in 1310 bezorgde Margaretha van Petershem. abdis van de abdij Thorn", aan Geertruidenberg een kapittel. Dus toen was het al van Nijvel op Thorn overgegaan. s. De vriendschap tusschen het Brabantsche en Holland- sche Hof na 1214 blijkt uit tal van feiten, waarvan we er eenige zullen noemen 1het reeds meermalen genoemde huwelijksverdrag van 1214. 2. het huwelijk tusschen Willem I en Maria van Brabant in 1220. 3. Hendrik I en Floris IV trekken gezamenlijk op tegen de „Stadingers". 4. Hendrik II schenkt Schakerloo aan Willem II en steunt hem krachtig in Duitschland. 5. Willem II schenkt het stadsrecht van 's-Hertogenbosch aan Delft. Machteld, de gravin-weduwe van Holland en Maria ook gravin-weduwe en tevens zusters wis ten deze vriendschap warm te houden. 6. Jan I slaat Floris V tot ridder. 7. Floris V wordt in 1283 ontslagen van het leenman-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1939 | | pagina 193