140 wijzingen naar de charters of werken, waaraan Hollestelle sommige mededeelingen ontleende. De door mij op blz. 83 en 84 genoemde charters zijn te vinden No. I in Mr. L. Ph. C. van den Bergh, ..Oorkondenboek van Holland en Zeeland I. No. II in Auberti Miraei .Opera diplomatica et historica I. en in Boxhorn. Kroniek van Zeeland 1en in F. van Mieris. Groot Charterboek 1, (waarbij ook moet worden gelet op Mr. L. Ph. C. van den Bergh, Oorkondenboek I, No. 270). No. Ill in J. Ermerins, ..Eenige Zeeuwsche Oudheden uit echte stukken opgehelderd en in het licht gesteldII. No. IV in Mr. L. Ph. C. van den Bergh, „Oorkondenboek van Holland en Zeeland I. Voor verdere inlichtingen verwijzen we nog naar J. Bruggeman, „Een onbekende uitgifte van Nieuw-Scha- kerloo van 25 Juni 1255". (Dit stuk wordt door Hollestelle genoemd zonder nadere aanduiding. Hij zegt, dat het korte lings verschenen is. Hollestelle deelt dan mee. wat er in dit charter staat, niet geheel letterlijk, maar toch zóó, dat men het nauwkeurig leert kennen). Ook dit staat in Hollestelle s boven genoemd werk (tweede druk, blz. 450 vlg). Verdere charters, waarnaar in het stuk verwezen wordt, zijn ook in bovengenoemde werken of in het geciteerde werk van Hollestelle te vinden de mededeeling omtrent Alaert van Duvenee op blz. 101 onder 4° is ontleend aan James de Fremery, „Supplement op het oorkondenboek van Holland en Zeeland", blz. 83.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1939 | | pagina 196