2 toestand ook niet rooskleurig was, al dezen menschen op den duur een nieuw bestaan te verzekeren. Een Hollander, Peter Valckenier, bepleitte hun treurig lot aan de Midden-Europeesche hoven, waarop een deel der Waldenzen toestemming kreeg zich in Württemberg te vesti gen, en anderen naar Baden, Hessen, Brandenburg en noorde lijker streken vertrokken. Door den Dertigjarigen Oorlog was de Duitsche bevolking schrikbarend verminderd, en men hoopte in deze gevluchte geloofsgenooten frissche krachten te vinden voor het boerenbedrijf. Maar voor sommigen was de overgang te groot, zij konden buiten hun Alpen niet aarden, voor anderen was nergens plaats, hun toestand was hopeloos Op dat oogenblik trad Henri Arnaud naar voren, en nam de teugels in handen. Geboortig uit Embrun in de Dauphiné (30 Sept. 1641), be hoorde hij tot een voorname Protestantsche familie, en had op jeugdigen leeftijd al om zijn geloof naar Noord-Italië uit moeten wijken. In 1656 woonde hij te Torre Pellice, de hoofdstad der Waldenzen, en werd daar opgevoed gedurende den ontzet- tenden vervolgingstijd van Markies Pianezza, het optreden van den Waldenzischen volksheld Janavel, en den lateren Waalschen predikant te Leiden, Jean Léger, die in zijn ,,Alge- meene geschiedenis der Evangelische kerken van Piémont" de gebeurtenissen uit die periode te boek stelde. Later ging Henri Arnaud naar Bazel, en daarna naar Holland. Het schijnt dat hij hier in het leger diende en den rang van kapitein bereikte, alvorens in Genève theologie te gaan stu- deeren, en vandaar ten slotte naar zijn Valleien terug te keeren, waar hij predikant werd. Van 16701685 diende hij daar successievelijk drie ge meenten, Masello, Villar en Panasca. Hier bereikte hem het bericht van de Herroeping van het Edict van Nantes, en niet lang daarna braken vervolgingen uit. Wat moesten de Waldenzen met hun 2500 krijgers tegen de ruim zeven regimenten infanterie van den Hertog van

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1939 | | pagina 58