UIT DE GESCHIEDENIS VAN DE CONSISTORIALE KERK VAN SLUIS 1803-1816 DOOR Dr. J. DE HULLU. Door het Haagsch Verdrag van 16 Mei 1795 losgescheurd van Noord-Nederland maakte Staats-Vlaanderen sedert dien deel uit van de Fransche Republiek, die het op 1 October 1795 formeel inlijfde en toevoegde aan het departement van de Schelde1). Den 17 Februari 1800 werd het opgenomen in het vierde arrondissement van dat departement 2), dat eerst Sas van Gent en naderhand Eecloo tot hoofdplaats had en bestuurd werd door een onderprefect als vertegenwoordiger van den prefect, die te Gent was gevestigd en het bewind voerde over het geheele departement. Van niet minder beteekenis dan haar gevolgen in het staat kundige waren de veranderingen, welke de inlijving op kerke lijk gebied teweeg bracht. Geschiedde onder het voormalig bestuur de bezoldiging van de predikanten en schoolmeesters mitsgaders de bekostiging van het onderhoud der kerkelijke gebouwen vanwege de Staten-Generaal der Vereenigde Ne derlanden, de Fransche wet van 29 September 1796 (7 Vindé- 1) Wet van 1 Oct. 1795 (9 Vindémiaire IV). 2) Wet van 17 Febr. 1800.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1939 | | pagina 63