15 orde van zaken en nog veel andere omstandigheden meer, schreef hij, staan ons wanneer wij predikanten beroepen, die in de Bataafsche Republiek wonen in den weg. Bij dit alles komt nu tevens de last, welke de gouvernementeele goed keuring op de beroepen veroorzaakt, voorzeker niet de minste wanneer men bedenkt dat een predikant, die elders staat en de achting van zijn gemeente geniet, niet licht een beroep zal aannemen, waarvan de goedkeuring onzeker is. immers even tueel uitblijven van deze genoodzaakt wezende op zijn oude standplaats te blijven loopt hij gevaar van aldaar door zijn eerst gedane maar niet goedgekeurde aanneming van het beroep al de achting, al den invloed, al de genoegens te verliezen, die hij er te voren bezat. Inderdaad, wanneer de aangevraagde goedkeuring maar steeds op zich laat wachten, wanneer men aldoor in onzeker heid blijft verkeeren of zij wel zal worden verleend niettegen staande alle wettelijke formaliteiten, voor zoover in de tegen woordige omstandigheden mogelijk is, in acht zijn genomen en van de kunde zoowel als van het goed gedrag van den beroepene genoegzame bewijzen zijn overgelegd, dan lijdt hef geen twijfel of al onze gemeenten zullen binnenkort herderloos zijn en zal het volstrekt onmogelijk worden de vacatures te vervullen, die alleen binnen het gebied van onze consistoriale kerk reeds een getal van drie tot vier beloopen. Op het oogen- blik zien wij niet de geringste kans om voor Oostburg een beroep te doen. waarvan wij de aanneming zouden mogen verwachten behalve de moeilijkheden, alreeds door ons ge noemd, zal ongetwijfeld het geval van Schoondijke den aller- ongunstigsten indruk maken en de vrees, dat de goedkeuring nog al weer vertraging zal ondervinden, zeer zeker al onze pogingen doen mislukken1). Met dat al is het ten slotte beter afgeloopen dan de vergade ring vreesde. Voor den nieuwen, door haar op 25 Juli 1804 te Oostburg beroepen predikant Ds. J. P. P. Clinge, ontving zij vóór 26 September daaraanvolgende de goedkeuring van 1) Brief van Hennequin aan Rabaut, 31 Mei 1804 (11 Prairial XII).

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1939 | | pagina 71