16
f
het gouvernement, voor Ds. G O, Post, dien zij te Breskens
had beroepen1), werd zij verleend op 15 October van het
zelfde jaar2).
Van oudsher was geen Hervormd proponent, die een in
Staats-Vlaanderen op hem uitgebrachte beroeping had aan
genomen, bevoegd zijn dienstwerk te aanvaarden alvorens hem
de classis van Walcheren het peremptoir examen afgenomen
had :iZoo was nog op 6 September 1798 geschied met den
te Cadzand beroepen proponent Jacob de Rochefort4) en op
denzelfden voet is men voortgegaan den ganschen Franschen
tijd door. Den band toch, die de kerken hier te lande met de
classis van Walcheren verbond, heeft men nimmer geheel
verbroken.
Al zeer spoedig na haar instelling beijverde de consistoriale
vergadering van Sluis zich om dien in stand te houden. In den
brief, waarbij zij de classis officieel van haar oprichting ver
wittigde, sprak zij den wensch uit van te dien einde met haar
in overleg te treden. De onderhandelingen, tusschen de beide
colleges gevoerd, leidden tot een overeenkomst, die met in
achtneming van den veranderden toestand de vroegere ,,ver-
bindtenissen en wederkeerige verpligtingen op zulk eene
wijzebepaalde en wijzigde ,,als met de wederzijdsch plaats
hebbende wetten en kerkelijke inrigtingen, inzonderheid met
de artikelen ter regeling van den Hervormden godsdienst in
Frankrijk5), bestaanbaar was"6).
Op grond van het derde artikel dezer overeenkomst verzocht
de consistoriale vergadering de te Oostburg en Breskens be
roepen proponenten het peremptoir examen af te nemen 7en
1Brief consist, vergadering Sluis aan de classis Walcheren, 26
Sept. 180*1
2) Brief van als voren aan als voren, 24 Oct. 1804.
3) Behalve te Hulst, Hontenisse, Ossenisse, Hengstdijk en Paulipolder.
die onder de classis van Zuid-Beveland hoorden.
4) Kerkeraadsacta Cadzand, 6 Sept. 1798.
5) De Articles organiques.
6) Brief van Hennequin aan Ds. Drijfhout, predikant te Middelburg,
10 Oct. 1804 (18 Vindémiaire XIII).
7) Brieven consist, vergadering Sluis aan de classis Walcheren.
26 Sept. en 24 Oct. 1804.