17
desgelijks heeft zij in 1808 gehandeld met den te Cadzand
beroepen proponent H. L. de Jonge1).
Veel grooter last dan de struikelblokken, tot dusver door
de vergadering op haar weg ontmoet, berokkenden haar de
moeilijkheden, welke zij ondervond bij haar pogingen om voor
haar onderhoorige predikanten staatstractement te verkrijgen.
De Articles organiques hadden daar al in 1802 uitzicht op
geopend; het decreet van 5 April 1804 (15 Germinal XII)
had er als het ware het zegel op gedrukt door van staatswege
een jaarwedde toe te leggen aan de Hervormde pasteurs in
het ,,oude Frankrijk anders gezegd aan diegenen, die dienst
deden binnen de grenzen van het voormalige koninkrijk de
verzekeringen, aan haar president Ds. Maurel gegeven bij
gelegenheid dat hij op 2 December 1804 te Parijs de kroning
van Napoleon bijwoonde2), het een zoowel als het ander
had bij de hier te lande dienstdoende predikanten de ver
wachting opgewekt dat het tijdstip nabij was, waarop ook
hun dit geluk zou ten deel vallen, maar in Februari 1805 was
dit langverbeide tijdstip nog maar steeds niet verschenen. Wat
kon de vergadering anders doen dan ten behoeve van haar
predikanten een smeekschrift richten aan het gouvernement,
aan den minister van eeredienst in de eerste plaats Het kan
U niet onbekend zijn, aldus luidde het in haar brief aan den
minister van 7 Februari 1805 (18 Pluviöse XIII), dat onder
het oude Hollandsche bestuur de Hervormde godsdienst de
heerschende of staatsgodsdienst was en dat elk openbaar
ambtenaar haar belijden moest. Volgens het toen bestaande
stelsel waren de godsdienstige instellingen zoozeer ineenge
weven met de staatkundige, dat de Staat er het grootste
belang bij had dien godsdienst te handhaven en te beschermen.
De Protestantsche geestelijkheid als zoodanig was niet in het
bezit en kon ook niet in het bezit wezen van fondsen, bestemd
voor hun onderhoud, en dat onderhoud was een last, die voor
rekening kwam van den Staat en evenals andere staatsuitgaven
1) Kerkeraadsacta Cadzand, 26 Aug. 1808.
2) Brief consist, vergadering Sluis aan den prefect. 7 Februari 1805
(18 Pluviose XIII).
Archief 1939
2
