22
Zou. zoo mocht men met reden vragen, bij mogelijke daling
van de algemeene welvaart de offervaardigheid van de geloo-
vigen bestand blijken tegen den druk van tegenspoed en
achteruitgang Hoe het zij, dat het stelsel van vrijwillige
bijdragen onzeker was en wankelbaar, werd men in het najaar
van 1806 gewaar te Cadzand, waar hun invordering met
zooveel moeilijkheden gepaard ging, dat de kerkeraad zich
genoodzaakt zag de tusschenkomst in te roepen van de consi
storiale vergadering en het eerst in den loop van het volgend
jaar gelukte de zaak in het reine te brengen1).
Zooveel was duidelijk het belang van de predikanten
eischte gebiedend, dat zij voor hun levensonderhoud niet groo-
tendeels bleven afhangen van de bijdragen hunner parochianen
maar bovendien konden rekenen op vaste toelagen uit een
fonds, wel voorzien van middelen en zorgvuldig beheerd. Om
dat oogmerk te treffen traden de president, de secretaris en
de penningmeester der vergadering in den aanvang van 1806
in overleg met de kerkmeesters van Aardenburg, Oostburg
en Sluis. Zij stelden hun voor de vijf volslagen van goederen
verstoken kerken van Breskens, Cadzand, Nieuwvliet, Sint
Kruis en Zuidzande door ondersteuning uit hun fondsen te
hulp te komen. De voorslag viel in goede aarde. In de zitting
van 26 Maart 1806 konden de president en zijn twee mede
bestuursleden het heugelijke nieuws mededeelen, dat de kerk
meesters van Aardenburg, Oostburg en Sluis zich bereid
hadden verklaard „om uit hunne gezamenlijke inkomsten jaar
lijks in de beurs der questure van deze vergaderinge te storten
eene som van 856,te betalen in twee termijnen namelijk
met het einde van de maand Junij en December, zullende het
eerste termijn gerekend worden te beginnen met den 1 Julii
aanstaande en met het eind van December betaald worden
en dat zoolange als de wederzijdsche kerken, die goederen
en geen goederen hebben, in denzelfden staat blijven of er
vermeerderinge of verminderinge uit de additionele centimes
voor de consistoriale vergaderinge mogte plaats hebben". De
1) Acta consist, vergadering Sluis 25 Maart en 27 Mei 1807.