24
buitengewoone moeijenissen en verplaatsingen, welke dezelve
ratione officii was „genoodzaakt te doen, driehonderd franks;
4°. dat de overschietende penningen" zouden „blijven in de kas
van de questuur ter dispositie van deze vergaderinge 5°. dat
in geval van vacature in eene der hiervoren vermeldde vijf
kerken de aan dezelfde kerk beloofde toelaag zou ophouden
zes maanden na het tijdstip, waarop de leeraar der vaceerende
kerk overleden of vertrokken was, „en het onbetaalde ge
deelte der toelaage over den tijd, na de expiratie van gemeldde
zes maanden tot op de daadelijke vervalling der vacature te
verloopen, almede" blijven zou „in de kas van de questuur en
ter dispositie van de vergadering 6°. dat de kerk van Groede,
als ten aanzien van het onvermogen om uit de vaste middelen
en inkomsten haare eijgene noodwendigheden te vinden met
de vijf mede onbegoede kerken in een volstrekt gelijk geval
verserende op het genot eener gelijke toelaage dadelijk aan
spraak" zou .verkrijgen, wanneer het tractement van haren
leeraar mogt ophouden gevonden te worden op de wijze, voor-
geschreeven bij het octrooi van de Staten-Generaal van den
11 April 1612 en volgends hetwelk het onderhoud van den
predikant dier kerk voor rekening van de gemeene eigenaren
der Watering van Groede gelaten is 7°. dat, indien tegen
verwachting de 1800 francs," in paragraaf 3 „vermeld, in het
geheel niet mogten inkomen (of) indien dezelve eene aan
merkelijke vermindering mogten ondergaan, ook indien door
hoog bevel daaraan geheel of ten deele eene bestemming werd
gegeven, onbestaanbaar met de hiervooren aangewezene en
vastgestelde, het tegenwoordig besluit" zou „ophouden van
uitwerkinge te zijn en door eene andere overeenkomst be-
hooren opgevolgd te worden, welk laatste insgelijks" zou
„plaats hebben bij zooverre de thans bemiddelde kerken, tzij
in hunne inkomsten of lasten tzij in de vrije dispositie over
derzelver goederen, eenige wezenlijke veranderinge of ver-
minderinge ondergaan mogten"1).
Dat het maatschappelijk bestaan van hare predikanten nu
1) Acta consist, vergadering Sluis, 26 Maart 1806.