26 bij de regeering zoo weinig vrucht te verwachten x), dat men zich ten slotte bij het decreet heeft neergelegd. Evenmin heeft de consistoriale vergadering van Sluis, voorloopig ten minste, bezwaar ingebracht tegen het decreet van 25 Maart 1807, dat den ouderdom van hen, die tot het predikambt wenschten te worden toegelaten, vaststelde op 25 jaar, in hoe groote onge legenheid het de gemeenten hier te lande ook mocht brengen. Want het moest onvermijdelijk veroorzaken, dat het op zich zelf al zoo geringe getal van beroepbare personen nog kleiner worden en het vervullen van vacatures nog moeilijker vallen zou en dit klemde te meer wijl de meeste dorpsgemeenten voor het onderhoud van hun predikant over slechts weinig middelen beschikten, zoodat zich aldaar alleen diegenen wilden vestigen, welke nog geen standplaats hadden, proponenten derhalve of candidaten tot den dienst, en dezen hadden hun studiën gewoonlijk al voltooid vóór hun vijfentwintigste jaar. Tengevolge van het decreet van 25 Maart 1807 schoten voor het bezetten van openkomende plaatsen dus enkel zulke predi kanten over, die reeds in een andere gemeente stonden en zelden tot een verandering van standplaats waren te bewegen, welke in stede van voordeel op te leveren hen veeleer aan het gevaar blootstelde van nog een gedeelte te verliezen van de geringe, voor hun onderhoud dienende, middelen2). Wij hebben vroeger vermeld hoe de consistoriale vergade ring de regeling van het toezicht op de administratie van de kerke- en diaconiegoederen tot nadere gelegenheid had ver schoven 3). Zij heeft de behandeling van dat onderwerp tot in Mei 1808, ruim vier jaren dus, laten rusten. Wel waren in Juli 1806 op voorstel van een harer leden „voor zooveel deze vergadering betrof" de destijds fungeerende kerkmeesters van Oostburg en Aardenburg respectievelijk in hun ambt „gecon firmeerd" en „gecontinueerd", wel had haar president den 20 April 1808 „op speciale nodiging van heeren kerkmeesteren 1) Acta consist, vergadering Sluis, 24 Sept. 1806. 2) Brief consist, vergadering Sluis aan den minister van eeredienst, 23 Maart 1810. 3) Zie hiervóór blz. 12.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1939 | | pagina 82