36 gemeenten in hun nood hadden geschraagd, het gevaar boven het hoofd te hangen van zelf in geldelijke ongelegenheid te geraken. Zij werden op dat oogenblik, zooals de vergadering aan den minister van eeredienst schreef, met een allervreese- lijksten slag 1bedreigd, want hun inkomsten bestonden voor drie vierde gedeelte uit schuldbrieven van het koninkrijk Hol land en van deze was de uitbetaling der rente al verscheidene maanden lang achtergebleven. Daar kwam nog bij, zoo be richtte zij den minister, dat ook de toekenning stond op te houden van het subsidie ten bedrage van 1600 franks 's jaars, gedurende de eerste drie jaren door de consistoriale kerk van Sluis ontvangen uit de opbrengst van de additioneele centimes van de departementale kas. Zij had namelijk vernomen dat de Algemeene Raad van het departement in zijn laatste zitting een besluit van den minister van binnenlandsche zaken als beletsel had aangemerkt om voor het loopende jaar op dit stuk een gelijke beslissing te nemen als de Raad in de vier afgeloo- pen jaren genomen had. Na met een enkel woord gewaagd te hebben van den treurigen toestand der gemeenten, van het vertrek van verscheidene predikanten en de hand over hand toenemende moeite, welke haar de vervulling van de vacatures berokkende, bracht zij den minister onder het oog hoe het haar onmogelijk was de kosten van haar bijeenkomsten, van de visitatiereizen van haar president en van de door haar te verrichten werkzaamheden te bestrijden indien zij niet over een vast fonds kon beschikken2). Of de vergadering, gelet op de ijskouden ontvangst aan vroegere vertoogen van dien aard te Parijs te beurt gevallen, van haar noodkreet veel vrucht heeft verwacht, valt te betwij felen. Hoe dat zij, drie maanden na dien, in Juni 1810, hooren wij haar klagen dat, voor zooveel het rijkstractement der predikanten betrof, het gouvernement nimmer te bewegen was geweest om zich het lot van de onder haar kerk hoorende 1menacées du coup le plus terrible. 2) Brief consist, vergadering Sluis aan den minister van eeredienst, 23 Maart 1810.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1939 | | pagina 92