43
of dadelijk verblijf van den leeraar, te wiens behoeve zij waren
aangegaan 1 en dat mitsdien de op handen zijnde vacatures
te Sluis en Kadzand in die gemeenten de noodige en toe
reikende middelen of fondsen ter bezoldiging van een anderen
leeraar deden ophouden en ontbreken". En wat diende er
thans te gebeuren bij het vervullen van vacatures De con
sistoriale vergaderingen waren immers tot op den huidigen
dag in wezen gebleven hierin had de veranderde staat van
zaken in dit gewest vooralsnog geen wijziging gebracht. Wat
moest er ..voor het tegenwoordige in geval van beroepingen,
ten aanzien van de handopeningen2), in 't kerkelijke en poli
tieke voorafgaan door welke kerkelijke vergadering moest
de beroeping geschieden wat moest er omtrent de approbatie
in acht worden genomen; moest ,,de acceptatie3) dezelve
voorafgaan of volgen" Ziedaar zoo vele vragen, welke de
vergadering den Commissaris tot de kerkelijke zaken te 's Gra-
venhage in haar brief van 3 October voorlegde.
Voor een deel werd de onzekerheid, waarin zij verkeerde,
weggenomen door het Souverein Besluit van 9 Januari 1815.
Het bepaalde vooreerst dat in afwachting der algemeene ver
ordeningen, welke bij eene nadere organisatie van het bestuur
der Hervormde kerk in de Vereenigde Nederlanden zouden
worden gemaakt, de tegenwoordige inrichting der Hervormde
kerken in het voormalig Staats-Vlaanderen mitsgaders de
tegenwoordige wijze van administratie der financiën van de
gemeenten en van de fondsen der kerken werden gecontinu
eerd 2°. dat provisioneel de Hervormde gemeenten in het
1) Te Cadzand gingen in 1810 de kerkeraad nevens de geconstitu-
rerdens" der gemeente met den aldaar beroepen predikant De Jonge een
formeel contract aan, waarbij de beide partijen zich wederkeerig verbonden
eenerzijds tot uitbetaling van het toegezegd tractement en anderzijds tot
de vervulling van het predikantswerk (kerkeraadsacta 8 Juni 1810) en
zoo is blijkens het in den tekst vermelde ook elders gedaan.
2) De handopening of vergunning tot het uitbrengen van beroep was
verplicht gesteld bij Souverein Besluit van 22 Dec. 1813.
3) nl. van een beroep.