67 doorbroken, wat dus ook wel met die der „haymanne" kan gebeurd zijn. Het ééne is symptomatisch voor het andere. Het kan zelfs nog voor „haymanne" uit het zelfde ambacht ver schillend zijn geweest. Vandaar het min of meer onoverzich telijke van de verhoudingen op dit gebied. Op bldz. 76 van ons Archief heeft Dr. T. het dan over de wisselspelling „hoymanne" (charter van 1220) en haymanne". Wat hij zegt van „hoyre" en „heure" was ons stellig ook bekend. In een ander charter staat „goide" voor „goede" (charter van 1362) „de goide lude van der Tholen". Dr. T. heeft mij blijkbaar niet goed begrepen. Ik heb daarmee alleen maar willen zeggen, dat het éénmaal voorkomen van het woord „hoymanne" tegenover algemeen „haymanne" in een tijd van zoo onvaste verhoudingen op het gebied der spelling niets be wijst. Ieder gebruikte, het zij nogmaals gezegd, de letters van het Latijnsche alphabet, om zoo goed mogelijk zijn uitspraak te benaderen. Dat „hoy" in „hoymanne" kan bést öf een gebrek kige voorstelling van de klank zijn geweest,öf een verschrijving. Het woord komt daar in een Latijnsch charter voor, dus bij iemand, die niet gewoon was „dietsch" te schrijven, in een tijd, toen dit nog bijna niet gedaan werd (1220). In elk geval kan men op het éénmaal voorkomen van den vorm „hoy manne" niet bouwen en daaruit een theorie ontwikkelen, want als men dit deed, zou men evenveel recht hebben, om aan het eenmaal voorkomen van 't woord ,,'t Fergad"1) voor ,,'t Veersche Gat" de conclusie te verbinden, dat hier vroeger in den auslaut een stemhebbende consonant werd gesproken, wat nogal belachelijk zou zijn. Men vatte hierbij ook in het oog, dat als „hoymanne" en „haymanne" wisselspellingen waren ge weest, men dat eerste woord zeker ook later zou aangetroffen hebben daar „hoy" het in den loop van den tijd langzaam maar zéker van „hay" won, m.a.w. had men in 1220 „hayman" ge vonden en bijv. na 1400 eenige malen „hoymanne", dan zou dit voor Dr.T.'s opvatting pleiten nu het omgekeerde het geval is, kan men er geen enkele waardevolle conclusie aan verbin den dan alleen deze, dat „hoymanne" staat voor „haymanne". 1) 1341. Rekening van den Rentmeester Boudin Janszone.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1940 | | pagina 107