70 ,,Sluus" voor „Sluis". „har Lam" voor „heer Lem" heer Willem). „scepe,, voor „schepen". „ute" voor „uit". „Ingelant" voor „Engeland". „int Swin" voor „in het Zwin". „daerne" voor „daar hij hem". Allerlei assimilaties, samentrekkingen, klinkerveranderingen, syncope's, enz. kwamen toen even veelvuldig voor als nu en uitten zich veel vaker en bijna stelselmatig in het schrift, maar erg verschillend en persoonlijk. Toen eenmaal het woord „hayman" was ontstaan, zei men nooit meer „haydeman", evenmin als men in veel lateren tijd ooit meer sprak van een „ladetafel" toen eenmaal het woord „latafel" zich in het volksgeheugen had vast gelegd. Om een woord „haydeman" te vinden, zou men moeten teruggaan tot mnl. charters van ver voor 1220, maar die zijn er nooit ge weest. Eén der oudste charters, de schepenbrief van Bou- choute, toont duidelijk aan, dat de woorden in de spreektaal daarvóór, dus voor 1249, volstrekt niet onveranderd waren gebleven. Dat men den vorm „haydeman" niet vindt, is niets vreemds het zou eigenlijk een wonder zijn, dat men hem wèl vond, nadat eenmaal de vorm „hayman" zich had ge fixeerd. Dat echter het losse woord „heyde", „hayde", dat door zijn niet staan in compositie beschermd werd, voor „schor" niet verloren ging, blijkt duidelijk uit het feit, dat men in Hoorn dit land nog altijd officieel „de heyde" noemt. Het woord is daar vanzelf in zijn vollen vorm van het eene officieele stuk in het andere overgegaan en zoo in zijn mnl. beteekenis behouden. Trouwens die hoeken in den Noord polder te St. Maartensdijk heeten in de polderboeken nog altijd als van ouds „de Hooge Heyde" en „de Lage Heyde". Elk nieuw polderboek nam ze uit het oudere over en zoo bleef de oude naam behouden, ofschoon het volk spreekt van „d'eie" en de meeste bewoners van St. Maartensdijk den officieelen naam volstrekt niet kennen. Wij gelooven, dat we ook dit deel van Dr. T.'s betoog voldoende besproken

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1940 | | pagina 110