12 met minder „klinkende" namen. Het zou zeer onwetenschap pelijk zijn en erger dan dat, het zou onverschillig zijn, deze feiten, met elkaar in verband gebracht, maar achteloos voorbij te gaan. Het maakt de „noordelijke" afkomst van het element „man" op zijn minst erg problematisch en wijst er stellig op, dat dit element uit het Zuiden afkomstig is, want het kan geen toeval zijn, dat het woord alleen in Zeeland en Vlaan deren een rol speelt, nog afgezien van andere veel gewichtiger feiten, die verder in ons betoog ter sprake zullen komen. Over de vraag, nog eens zij dit met nadruk gezegd, van slechts secondaire beteekenis of Frankrijk dan wel Vlaanderen de bakermat van het woord is, willen we het nu hebben. In ons vorig stuk in het „Archief" achtten we Fransche afkomst (méér hebben we niet beweerd) plausibler, 1° omdat ook bijv. de veel gebruikte M.E. woorden „rampaart" dijk, zee wering) en „metarie" hoeve) (soms zelfs muiterieë ge noemd) blijkens hun vorm uit de Fransche spreektaal in Zeeland doordrongen, 2° omdat ook vele andere Fransche woorden, vooral die uit het hoofsche ridderleven of uit mili taire kringen, in het algemeen Dietsch verschenen, 3° in het Vlaamsch en Zeeuwsch regressieve assimilatie veel frequenter is dan progressieve, 4° we meenden (en nog meenen), dat ook de stadsnaam „Le Mans" daarop wees. Maar ook een ontstaan in Vlaanderen zelf is zeer goed mogelijk. Men vergete n.l. niet, dat 1° het woord „mansum" reeds in een charter van 776 voorkomt met betrekking tot grond in Zeeland. Wij bedoelen in de bekende gift aan het klooster Lauresham of Lorsch „inter Scald et Summomeri 1 et Gusaha mansum unum... et 17 culmas ad sal faciendum zoutkeetenen in Vlaanderen nog vroeger en dat het sedert dien tijd bijna in elk charter voorkomt, 2° het woord in den vorm „manse" het gewone woord voor „hoeve" en zijn bij- beteekenissen werd in het algemeen Dietsch en zelfs zoodanig, dat, zooals uit lateren tijd blijkt, het woord als familienaam functioneerde, 3° dit woord dus ook aan de Germaansche 1Lees Sunnomeri.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1940 | | pagina 52