21 met de latere middeleeuwsche, zijn in eenige tuinen nog over. De stad had een bisschop en was eenigen tijd middelpunt van een Merovingisch Rijk. Zij werd echter totaal door de Noor mannen verwoest. De oude muren bleven verwoest liggen. In de middeleeuwen ontstaat dan om een kasteeltje1), dat later de machtige burcht der graven van Maine, de Plantage- nets, wordt2) en waar o.a. Hendrik II van Engeland in 1133 en later koning Jan de Goede van Frankrijk geboren zijn, een geheel nieuwe stad. Het kasteel is daarvan het centrum en wel zoozeer, dat het in 1756 zelfs stadhuis werd". Nu is mijn meening deze, dat men het kasteel en omgeving als ,,le manse" heeft aangeduid3). Daarin zit niets vreemds, want in de M.E. noemde men een klein kasteel met het land er omheen altijd zoo in Frankrijk. Dit „manse" werd dan dialectisch tot „*mans", waarvan later ook de s verstomde en dit beschouwen we als de naamsoorsprong van de stad. Wij hebben onze eigen hypothese en die van de door Dr. T. aangehaalde ge leerden, nog eens scherp tegenover elkander gesteld en geven nog steeds aan de onze de voorkeur.1) Wil Dr. T. nu nóg mijn opvatting voor een grove vergissing blijven aanzien, dan kan ik daaraan natuurlijk weinig veranderen ik heb nu mijn kaar ten blootgelegd en een kijkje gegund in de keuken, waar de pastei bereid werd culinaire geheimen heb ik verder niet. herhaal alleen nog met nadruk, dat het slechts van secondair belang is of „manse" via Fransche „*mans" en via het Vlaamsch tot Zeeuwsch- ,,*man" werd of in Vlaanderen 1De oorspronkelijke bezitters waren niet „Graven van Maine" maar kleinere edelen. 2) Het versterkte Kasteeltje zonder donjon en bijgebouwen voor den landbouw heette „manoir". Soms ook mèt het land er bij. Ook werden manoir en land samen ..manse" genoemd. Vele dezer ,-manoirs" zijn be waard in Engeland en Normandië en Maine. 3) Men lette er ook in het bijzonder op, dat deze kleine kasteelen „manoir" genaamd, zich tot op onze dagen gehandhaafd hebben in Engeland, Normandië en Maine. 4) Het spreekt vanzelf, dat ik Dr. T. geheel gelijk zou geven, als hij charters zou kunnen noemen, waarin men al de door hem genoemde stadia zou aantreffen. Zelfs in dat geval zou echter mijn vergissing m.i. niet „grof" genoemd mogen worden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1940 | | pagina 61