26 van een ..haymeente" of „haymeenre", wat toch zeker het geval zou geweest ziin, indien „hayman' de beteekenis had gehad, die Dr. T. eraan toeschrijft, want het woord „hayman" duikt telkens en telkens weer op. Als „man" en „meente" toen werkelijk identiek geweest waren, zou men stellig en zonder eenigen twijfel den vorm haymeente" ergens in een charter moeten aantreffen. Ook in Noord-Brabant kwam het woord ..meente" voor, want volgens de bekende stedenboeken van ..Brugmans en Peters had ook Geertruidenberg zijn „Meente", terwijl de Rotterdamsche Ge schiedschrijvers ons vertellen, dat de bekende „Meent" in die stad, oorspronkelijk ook zulk een „meente" was, dus een stuk grond voor „gemeenschappelijk weiland". Waar nu het Goe- reesche „haemete" en het Brabantsche „hemethe" synoniemen waren van „hayman" en we nergens, noch in Zuid-Holland, noch in Noord-Brabant den vorm „hemeente" of „haemeente" aantreffen, kunnen we veilig zeggen, dat het woord „meente" niets met het element „man" in hayman te maken heeft. Het is mijn overtuiging, dat daarover niet langer behoeft gestreden te worden, daar het zonder meer duidelijk is. Het is hier ook de plaats even te wijzen op Dr. T.'s definitie voor hayman „gemeenschappelijke hooilanden, waartoe de minderwaardige gronden werden uitgekozen". Dit is stellig een vergissing. Dr. T. schijnt te denken, dat minderwaardige gronden nog wel goede hooilanden kunnen zijn, doch dit is niet juist hooiland eischt zeer goeden grond in Holland wordt de goede grond, daarvoor gebruikt, zelfs nog bemest de minderwaardige gronden in de polders leveren geen hooi. maar er groeit niets of kort bruinachtig gras of zelfs nog zeekraal of andere schorgroenten. We zagen dit vaak midden in oude Zeeuwsche polders. In sommige weiden van het „Oudeland" van St. Maartensdijk, midden in den grooten polder van Poortvliet b.v., maar op nog veel meer plaatsen. Dr. T. raadplege daarover maar eens een landbouwspecialiteit en vooral in de middeleeuwen, toen nog zoo weinig middelen voor de grondverbetering beschikbaar waren, gold dit zeer zeker. Minderwaardige gronden kunnen toen nooit hooilanden

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1940 | | pagina 66