33 van den geestgrond, dus als vele boerderijen, onderling nog gescheiden door onontgonnen heygrond. Dit voert ons er toe deze haymanne te beschouwen als stukken ontgonnen grond achter de duinen van Schouwen, die langzaam tot boerderijen en boerderijtjes waren uitgegroeid. Men bedoelde dus hier „versche haymanne". In elk geval krijgt „hayman" hier de beteekenis van stuk grond, dat bewoond wordt, dus van hoeve, want er is sprake van haymanne (dus meervoud). Te meer is men geneigd aan „boerderijen" en „boerderijtjes" op den „geest" te denken, daar Melis Stoke. bij de beschrijving van het beleg van Zierikzee in 1304, zegt, dat er bij de latere vlucht der Vlamingen nog velen gevangen werden op „Poel- voetsheide", dat we hier identiek achten met de gronden van heer Henrick Poelvoetzsone uit het charter van 1229. De vader van heer Henrick, heer Poelvoet, zal met de ontginning van de „heyde" achter de duinen zijn begonnen en deze „heyde" zal naar hem haar naam van „Poelvoetsheide" ge kregen hebben. We komen hierop nog nader terug bij de behandeling van het element „hay", merken alleen hier nog op, dat Melis Stoke, ondanks de gewone M.E.sche over drijving bij het noemen van getallen, ofschoon hij het hier nog al „schappelijk" maakt, zeer accuraat is het beleg van Zie rikzee, zooals hij het beschrijft, kan dienen als type van mid- deleeuwsche stedenbelegeringen. De beteekenis van „boer derij op den geest, die eerst heide geweest was" is geheel niet in strijd met de geschiedkundige ontwikkeling onzer geest gronden. Wel waren de kuststreken van ons land al zeer vroeg bewoond, maar daartegenover staat het onmiskenbare feit, dat de geestgronden pas langzaam en pas zeer laat voor bouw en weiland zijn gebruikt. Van dit feit zijn overvloedige bewij zen voorhanden. De geestgrond werd door rooiing van bosch en ook door afzanding pas allengs voor de cultuur geschikt gemaakt. Geen enkel Zeeuwsch of Hollandsch ambacht lag dan ook uitsluitend op geestgrond. Het ambachtswezen is in West-Nederland onafscheidelijk samengeweven met het ont staan van de polders en vanuit het polderland werd stukje voor stukje de geestgrond ook in de economische exploitatie

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1940 | | pagina 73