44 We willen nu nagaan, of de beteekenis in andere samenstel lingen hiermee overeenkomt ook hierbij zijn we genoodzaakt van détailstudie uit te gaan. Als uitgangspunt kiezen we het eerst het woord „Dortsman". Zooals later zal blijken, hebben we hiervoor bepaalde, gewichtige redenen. Wat kaarten be treft kunnen we, voorzoover we weten, niet vroeger teruggaan dan de 16e eeuw. Uit die eeuw hebben we die van Van De venter. Mercator en van Sgrooten. Hoewel op de eerste twee van die kaarten wel wat valt af te dingen, moeten we toch niet vergeten, dat zij globaal een goede voorstelling geven. Het best komt dit uit, als we ons eens een oogenblik voor stellen, dat we ze niet hadden Hoeveel geringer zou dan op eens onze kennis van Zeeland in de 16e eeuw worden. In aanmerking is ook te nemen, dat de kaart van Sgrooten met strategische bedoelingen voor Philips II is ontworpen en algemeen als zeer betrouwbaar wordt erkend. Welnu, alle drie kaarten komen, wat den Dortsman betreft, vrijwel met elkaar overeen. We zien hem daar liggen ten Z. van de heer lijkheid van St. Maartensdijk, ten O. begrensd door den tus- schen slijken doorloopenden mond van de Pluimpot of Haast- Ee tot aan Stavenisse toe als een groot, ondiep deel van de zee, met enkele onderdeelen, die boven het geheele complex uitsteken. Op het oogenblik zijn van dit schor nog slechts 3 tegen den dijk liggende kleine schorretjes over, die naar schatting nog geen 60ste deel beslaan van het vroegere groote complex. Nemen we nu in aanmerking, dat de door ons ge noemde kaarten den toestand aangeven na de groote door braak van 1530, die de geheele oostwatering van Zuid- Beveland aan de golven prijsgaf en een algeheelen omkeer bracht in den toestand van de Oosterschelde en deze om zoo te zeggen metamorphoseerde van beneden-rivier met getijde werking tot „een stuk van de zee", zoodat van toen af het land van Scherpenisse en de Muyen-polder een haast boven- menschelijken strijd moesten voeren, waarbij de polders „Wul pendal" en „Kleine Muije" nog in diezelfde eeuw voorgoed verloren gingen, dan kunnen we op die feiten conclusies bouwen. Deze kaarten geven den toestand weer een halve

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1940 | | pagina 84