48
wel het „Helsche schor", waaruit duidelijk te zien is, dat
man schor (waarop gemoerd werd). Een polder in Zeeland
heette ,,'s Heeren HellekijnHillen of hellen waren heuvel
achtige schorgedeelten. Hun naam komt in een ontelbaar
aantal samenstellingen voor Ruigenhil, Piershil, Westerhil,
Vosvlieterhille, Keethil, 's Gravenhil, Hazershille, Hellevoet-
sluis, de Hellen enz. enz.
In 't bijzonder plaatse men de 3 namen Verbrande Man,
Oude Man en Moerman nog eens naast elkaar en brenge ze
dan met elkaar in verband.
Bouchoute, het westelijkste der Vier Ambachten, strekte zich
uit over deelen van het tegenwoordige Oost- en West-
Zeeuwsch-Vlaanderen en over land, waar thans de „Brak
man" ligt. Het was een gebied van moerassige landen en
eilandjes. De kerk van Assenede komt al voor in 1108. Uit
tal van charters blijkt, dat hier uitgebreide moeren lagen. De
„Brakman" is op de kaart der Hattinga's nog maar een klein
watertje. Beschouwing van oude kaarten dringt ons als 't ware
op, de Brakman te zien als een groote moer, buiten den dijk,
misschien af en toe bij hooge vloeden overstroomd, maar
meestal een gebied vormende vol poelen, waaruit het regen
water maar moeilijk afvloeide, zoodat zijn naam „brakke man"
volkomen den toestand weergaf, die daar bestond. De „Oost
man" zal naar zijn ligging zoo genoemd zijn ten opzichte van
een bepaalde plaats.
Overal past de geografische omschrijving „economisch ge
bruikt stuk land", nergens is deze misplaatst. Dr. T. noemt
ook „De IJzeren Man". Ik zelf weet niet, waar die lag maar
ook hier kan men onze omschrijving van „man" toepassen,
want het kan bijvoorbeeld een „moer" geweest zijn, die een
bijzonder hard soort „turf" leverde, of een moer, die bijv. zeer
goed een stormaanval had weerstaan of in „IJzeren" kan een
verholen aardrijkskundig begrip liggen. Daar ik slechts den
„naam" kende, kon ik mij hier slechts in „algemeene gissin
gen" verdiepen, maar in elk geval hoeft ook dit woord ons
niet van een „algemeene conclusie" te weerhouden. Dit blijkt
ook hieruit, dat het woord „man" ook als eerste deel van een