49 samenstelling kon optreden. Het Malland", vroeger genoemd „Manland", beteekent ongetwijfeld „het land van de vele „mannen". Hier vond men den grooten moer van Hanne de Vos, thans de polder „Anna Vosdijk", de moeren van Hadde Moggert en van een zekeren Kempe, alle drie bekend als zouthandelaars, terwijl ook een beschouwing van het land zelf er nu nog op wijst, dat er gemoerd werd. Ook de woorden Man-Ee en Mannesee wijzen op een zelfstandig bestaand woord „man". De Man-Ee doorstroomde een gebied op Zuid- Beveland langs de Oosterschelde, op Beekman s kaart, dus in 1300 al als bedijkt aanwezig, de tweede werd in den hayman bij Middelburg gevonden. Dat gebied op Zuid-Beveland zal ook oorspronkelijk wel zoo n buitendijksche „man" geweest zijn. De mogelijkheid is niet bepaald uitgesloten, dat het woord „man" langzamerhand „geëxploiteerde moer" is gaan beteekenen, behalve dan in de samenstelling „hayman", waar de oorspronkelijke beteekenis nog meer bleef leven, maar dit doet voor het ontstaan van het woord niets ter zake. Het woord „man" is misschien later voor „hoeve binnendijks" in onbruik geraakt, terwijl het voor buitendijksche landen bleef bestaan. Dit zou één der oorzaken kunnen zijn, dat het woord in Zeeland niet meer „leeft" want toen het moeren verboden werd, verdwenen ook „de moeren" of „mannen" buitendijks, terwijl door de hooger oploopende vloeden in later tijd vele der buitendijksche weiden verdwenen. Onze conclusie is dus, dat „man" in alle samenstellingen dezelfde grondbeteekenis heeft, die misschien later min of meer is gedifferentieerd. Om volledig te zijn, wijzen we nog op de in Zeeland al vroeg voorkomenden naam „Polderman"1), die niet noodzakelijk hoeft te beteekenen 1) Vat men den naam „Polderman" niet als tegenstelling tot een anderen naam op, dan is de samenstelling vrij-onnoozel, daar in Zeeland bijna ieder zonder uitzondering in den „polder" woonde. Dit is bijvoorbeeld geheel anders bij namen als Dijkman, Andeweg, Boer enz., waarbij wel degelijk van een tegenstelling of liever van een onderscheiding sprake is. Het ligt meer voor de hand, dat de naam uit een tegenstelling moet zijn ontstaan. Toen het woord „hayman" nog als „man" op de „hay" gevoeld werd, was deze tegenstelling niets bijzonders.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1940 | | pagina 89