33 voor „polder". In tegenstelling daarmee was een „heydijck", een „kade op de hei", op het „schor" of dat ingesloten gebied op de „hey" zelf. We moeten ons hier die „heydijk" van Greveningen voorstellen als een omkaad schorgebied, dat geen polder was, dus zonder polderverkaveling, waarschijnlijk slechts omkaad ter uitmoering of als tijdelijk weidegebied. Er zullen wel middelen ter primitieve waterloozing zijn geweest, maar geen eigenlijke kavelslooten. Van „berijding", zooals bij polders de term luidde, was geen sprake. Waarschijnlijk zullen er wel eenvoudige paalscheidingen zijn geweest, om ieders gebied aan te geven, zooals die ook nu nog wel op schorren worden gebezigd. De woorden „moerdijk, moordijk. moerman, moorman, heydijk, (zoute) hayman, seldijk" zijn dus tot op zekere hoogte synoniemen. In een charter van Philips van den Elzas is in 1167 sprake van „morland" en „werpland". Het eerste is land op de „hey" geweest, al of niet omgeven door een kade, het tweede gewoon, verkaveld polderland, dus synoniem van „polder". Ook hier leeft dezelfde tegenstelling, zij het dan met andere woorden. In West-Brabant en Zeeland verschijnt ook vaak voor „polder" het woord „aanwerp". Er was zelfs een poldertje, dat den eigennaam „Aanwerp" droeg. Antwerpen (met pho- netische „t",dus niet-etymoiogische t zooals ook in „niemant en iemant"), zal wel beteekenen „de stad bij de aanwerpen of polders". „Aanwerp" werd dus èn voor „schor" maar ook voor „polder uit een aanwerp ontstaan" gebruikt. Op 10 April 1412 verkoopt Willem VI aan denzelfden Jan van IJselstein en aan zijn kamerling kamerheer) Hel- mich van Doornik „om" te bedijken „tot een coerenlande" een „uitgors, slik en aanwerp, geheetenNataers"... ende heeft belegen aan die oistzijde, dat „heydorp" van Greveningen." Hier zien we dus, dat in den „heidijck", in „de moer of wei" zelfs een dorp lag, waarschijnlijk enkel bewoond door uitmoerders, zoutwinners en negocianten, die hier voor ge- ruimen tijd hun woonplaats gekozen hadden. Hier zien we duidelijk, dat de „hey" gebruikt werd (economisch) buiten den polder en dat er zelfs een dorp op lag. Het was één dier

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1940 | | pagina 93