56 Uiterst Nieuwland werd ingedijkt, en blijkbaar ook „hoze" (zooals we zagen bij Pernis).Zoo heette het schor, dat later den St. Geertruidapolder in Scherpenisse vormde, altijd ,,de Reep". m. In den Noordpolder te St. Maartensdijk heeft men nog de bekende hoeken „de Hooge Heyde" en „de Lage Heyde". Ook deze ontvingen hun naam al direct bij de inpoldering. Ze bestaan uit uitstékenden, hoogen kleigrond, zijn volstrekt niet zanderig. Toen „de Noord" dus nog niet was ingedijkt heetten ze al zoo. Ze lagen eenigszins afgescheiden van de rest van het groote schorcomplex op den Ort, want ten Z. ervan heeft men de Hooge en Lage Slaken, die voor de in poldering wel „drassige slikken" geen „schorren" zijn ge weest, twee hoeken uit drassige weilanden bestaande, die aan merkelijk slechter zijn en ook lager, maar door hun ligging wel binnen den dijk moesten opgenomen worden. De Hooge en Lage Heijde vormden, om zoo te zeggen, twee eenigs zins afgezonderde schorren, waarvan het één wat lager v/as dan het andere en vandaar de namen, die ook „grond op het schor" beteekenden. Beide liggen vlak bij den Scheldedijk. n. Het „Heydiep" was een water, dat lag tusschen 2 kleine eilanden in de Schelde, die op Beekman s kaart beide zonder dijken geteekend zijn. Het waren waarschijnlijk beide „moereilanden" of „weigebieden" door een eenvoudige kade omgeven, maar niet verkaveld of bereden, dus „hey- dijken". Van het ééne „de Last" genoemd, voert een dam naar Noord-Beveland, waarschijnlijk een zoogenaamde „zouten dam" die als schapen- of koeiendam dienst deed. Beekman heeft dien naam „Heydiep" stellig aan een charter ontleend, daar kunnen we wel op aan en ook die eilanden daar maar niet „mir nichts, dir nichts" neergezet. Het was dus het „diep" tusschen de twee „heyden" en heette daarom het „Heydiep". Onmogelijk kunnen we hierin het woord „heide haven, stroom" zien, daar de benaming „Heydiep" dan pleonastisch zou zijn, wat niet aan te nemen is. Uit al dit bijgebrachte blijkt m.i. voldoende, dat „hei of heide" wel degelijk voor „hoog opgewassen schor" werd gebruikt en tegelijk voor „grond achter de duinen".

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1940 | | pagina 96