69 spreken, zegt men voor „zee" zoo iets als „seeie". Spreekt echter een Amsterdamsch dialectspreker het woord „zeeman" uit, dan klinkt de,,ee" normaal zonder het ,,ie"-aanhangsel. Trouwens, wie goed geschoold is, merkt direct op, dat ook in het algemeen Nederlandsch bij woorden als „zaaimachine" en „kaaimuur" het i-element verdwijnt. Men hoort duidelijk „zaamachine", „kaamuur", tenminste bij het onopzettelijk uit spreken der woorden. De kwestie of hay eerst werd „haai" en dit „haai" in de samenstelling „haaimete" tot „haa" werd of dat de werking van y en m gecombineerd plaats had, is na tuurlijk van secondair belang, het gevolg was eender. We meenen hierdoor Dr. T.'s bezwaar in dezen te hebben doen verdwijnen. Verder heeft Dr. T. het over de vroege syncope van de „d" in „haide". Dr. T. zegt, dat het wel vreemd is, dat in de vroegste vindplaatsen de volle vorm „haide" niet aangetrof fen wordt. Hierop antwoord ik, 1°. dat de vroegste vindplaats 1220 is en dat dit niet èrg vroeg is 2°. dat ook reeds in de M.E. bij ons volk de stérke neiging tot syncope onbedwing baar aanwezig was en zich daar veel sterker in de spelling uitte. Deze 2 dingen behoeven ons niet te verwonderen, daar 1°. de oorzaken, net als nu van physisch-psychischen aard waren en de menschen in wezen wel niet veel verschilden in deze haast onbewuste taaiwerkingen 2°. een officiëele spelling ontbrak, die het geschreven woordbeeld steunde. Vandaar dat breien (voor breiden), Breêsaap en Breêlofts- akkers (waarin „Breê" voor „breed" staat) reeds mnl. zijn en dat in één der oudste charters, den schepenbrief van Bou- choute, (1249) staat: lettren (voor letteren), der (voor „de heer"), hijr (voor „hij er"), terfeleken (voor „te erfelijken"), siars (voor ,,'s jaars") datti (voor „dat hi"). Iedereen kan reeksen van dergelijke woorden, die sterk phonetisch ge schreven zijn, aanleggen uit oude charters. Als bewijs, hoe phonetisch men schreef, nog een paar aan halingen uit een rekening van den rentmeester Boudin Jans zone van 1341 (wij doen dit slechts ter illustratie). „van eere reyse" voor „van eenre reyse".

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1940 | | pagina 109