74 man laten dus die mannen, die vrouwenverachters zijn, een voorbeeld nemen aan Stesichorus, die begon met Helena te versmaden, maar later alles herriep, wat hij over haar gezegd had. Oj> dit uitvoerige gedicht volgen enkele kleinere verzen." Op het vertreck van Iuffrouw Margarieta Fainius naer Ley- den"1) geeft uiting aan Johanna's droefheid over het heen gaan van de liefste „gespeel" uit haar kinderjaren. Het ge slacht Fannius behoorde in de zestiende en het begin van de zeventiende eeuw tot de notabele geslachten van Brouwers haven, en wellicht is deze Margarieta een dochter van mr. Daniël Fannius, die er in het begin der eeuw secretaris was. Een lied zonder opschrift2bezingt de komst van de winter. ,,Aen mijn Heer Mr. Iacob Cats, Ridder, Raet, Pens(i)onaris van Hollandt, en Westvrieslandt 3getuigt van de verering, die ook deze Zeeuwse dichteres haar neef en oud-stadgenoot toedroeg. Cats is haar lievelingsdichter wat we ook zonder haar uitdrukkelijke verklaring geweten zouden hebben en dankbaar gedenkt Johanna, hoe hij haar heeft een aerdigh 'boeck gesonden, Waer in ick myn vermaeck ten hoogsten heb gevonden Om dat ghy daer seer soet de jonge maeghden leert Dat al haar glans is heen, soo haast zy zyn onteert. Zij verontschuldigt zich over de gebrekkigheid van haar verzen, die bij het werk van Cats vergeleken zo geheel en al in het niet vallen de dan volgende regels, waarin zij haar vader herdenkt, werden hiervóór al aangehaald. Dan volgt nog een lied op de „Zee-Triomph Geschiet in Duyns"4), waarin met veel mythologische omhaal de lof van Tromp wordt ge zongen en de dichteres blijk geeft dat zij in haar haat tegen Rome en Spanje een rechtgeaard kind van haar land en haar tijd is, en tenslotte „Volgen eenighe Rijmen van Juffr. Johanna noch (zijnde Vrijster, en daer na Vrouwe) geschreven aen 1) Blz. 1113. Over het geslacht Fannius zie men Nagtglas. t.a.p., I, blz. 206 (waar echter Daniël i.p.v. Pieter Fannius genoemd wordt als de man van Cornelia van Beaumont). 2) Blz. 13—16. 3) Blz. 16—17. 4) Blz. 18—20.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1941 | | pagina 110