XII
bodem der sleuf, den licht gekleurden grond van den wal het
is blauwe klei, die aan de grachtzijde den voet van den zand-
wal tegen inwatering beschermde. Zeer scherp teekende zich
daartegen de donkere veengrond af, waarmede de vm. gracht
is gevuld de ingraving voor de gracht gaat bijna recht naar
beneden. De donkere ingraving in het midden op de hierbij
gaande afb. 1 is een storing uit later tijd daarboven de
sterk met puin vermengde grond bovenaan is de onzuivere
grond, die sedert de Middeleeuwen over alles heen is gebracht,
nadat de oude wal was geslecht. De donkere grachtvulling van
veen en moddergrond werd verder aangetroffen over een af
stand van ongeveer 42 m. aan het einde teekende de gracht
vulling zich weer af tegen de zuivere blauwe klei, waaruit aan
het uiteinde der sleuf de natuurlijke bodem bestond. Hierdoor
was de buitenoever der gracht bepaald, doch deze was door
grondstortingen minder duidelijk dan de andere. De kogelpot
scherven, in de gracht gevonden, wijzen op een dateering van
9e of 10e eeuw, doch laten, daar zij ook later nog voorkomen,
een preciseering daarvan niet toe.
De eerste echt-Karolingische scherf, een scherf van een
zgn. relief-band-amfora (zie afb. 2 nos. 1, 13), echter werd ge
vonden op den hoek van Kapoenstraat en Wal bij het uitbre
ken van een kelder, die minder diep gefundeerd was dan de
meeste andere. Bij het graven was daar, 1.6 m. onder het
oppervlak van de straat (3.57 m. A.P.) het Karolingische
niveau blootgekomen, een woonvlak, waarin sporen van
huttenleem en een afvalplek met mosselschelpen werden ge
vonden Een doorgraving van den wal bracht hier hetzelfde
resultaat als boven is vermeld.
Deze gegevens werden bevestigd door de ontgraving van
het terrein achter een der huizen aan de Korte Burg. Daar
werd een Karolingisch woonvlak ontdekt, nl. grondsporen van
huizen, terwijl tal van Karolingische scherven (zie afb. 2)
1) Verdere vergraving van dit terrein voor den wederopbouw bracht
fragmenten der hutten en diverse fragmenten van aardewerk en leer aan
den dag (Noot van de Redactie, 1942).