JAARVERSLAG OVER 1941/42,
UITGEBRACHT IN DE
ALGEMEENE VERGADERING VAN 6 JUNI 1942
DOOR DEN WAARNEMENDEN SECRETARIS
Mr. J. G. VELTMAN FRUIN.
Geachte toehoorders
Op 1 Februari van dit jaar overleed te 's-Gravenhage Mr.
H. J. Dijckmeester, sinds 1921 eerelid van het Genootschap,
waarvan hij, het tiental jaren daaraan voorafgaande, voor
zitter was geweest.
De oud-secretaris Dr. K. Heeringa schrijft ons naar aan
leiding van dit overlijden het volgende
,,Door sommige leden van het Zeeuwsch Genootschap is wel
eens de meening geuit, dat het niet gewenscht mag worden
geacht het voorzitterschap duurzaam door denzelfden persoon
te doen bekleeden, evenmin dat het blijft berusten bij het
hoofd van het gewest. Men kan met de opvatting evenmin in
stemmen als ze bestrijden, zoolang men niet eerst tot een be
sluit is gekomen omtrent den aard van het Genootschap, de
verplichtingen, die van ouds er op rusten, en het doel, dat het
nog kan nastreven. Dan is het onloochenbaar, dat het Ge
nootschap belast is met zware traditiën, waarvan het zich niet
licht kan ontdoen en daar bij de stichting van het Middel-
burgsch Departement van het Zeeuwsch Genootschap de ver
tegenwoordiger van den Eersten Edele een hoofdrol vervuld
heeft, is het opdragen van het blijvend voorzitterschap aan den
Commissaris der Koningin te beschouwen als het voortzetten
eener historische lijn.
Wijlen Mr. Dijckmeester heeft zijn post op waardige wijze