XX
de administratie der aanwinsten zorgvuldig heeft bijgehouden,
maar ook, ondanks zijn hoogen leeftijd, zich niet ontzien heeft
vermoeiende excursies ten bate van het museum te doen een
ijskoude expeditie naar Emelisse en het beklimmen van glib
berige vluchtbergen zijn slechts enkele voorbeelden uit vele.
Schrijver dezes heeft het beheer der afdeeling wederom
op zich genomen, hoewel het hem voorloopig niet mogelijk is
veel activiteit te ontwikkelen dank zij de krachtdadige hulp
van anderen, is er echter allerminst stilstand ingetreden.
Den 11 en Juli 1940 overleed in het ziekenhuis te Noord-
gouwe de heer J. A. Hubregtse, die sedert jaren medewerker
van ons museum was. Ik veroorloof mij naar de regels
van mijn hand te verwijzen, die de Provinciale Zeeuwsche
Courant van 16 Juli 1940 opnam. Zijn oudheidkundige ver
zamelingen en handschriften werden door hem aan ons Ge
nootschap gelegateerd.
Hubregtse was altijd zoo vol nieuwe gedachten en plannen,
dat hij, ook nadat zijn taak als onderwijzer geëindigd was, er
niet toe gekomen is, zijn omvangrijke verzamelingen en aan-
teekeningen te ordenen. Het is dan ook een uitgebreide taak,
die de heeren J. M. de Nooyer en J. Hoogenboom te Renesse
op zich genomen hebben, zijn wetenschappelijke nalatenschap
te bergen en te ordenen. De voorloopige inventaris vermeldt
250 kistjes en doozen. De verzameling is door de goede zor
gen dezer beide heeren nog te Renesse opgeborgen, wachtend
t>p vervoergelegenheid en veilige bergplaats te Middelburg.
Ook het ordenen der handschriften en foto's vergt veel tijd.
Hubregtse's boekerij, voor zoover na de begrafenis nog
aanwezig, is aangekocht door de Provinciale Bibliotheek en
het Genootschap in gemeenschappelijk overleg. Het Genoot
schap verwierf daaruit een aantal werken en brochures, die
hoognoodig waren voor de uitbreiding van de handbibliotheek
voor conservatoren.
De oudheidkundige onderzoekingen in en onder de puin-
hoopen van Middelburg waren van den beginne af aan in goe
de handen bij den archivaris der Gemeente en de door dezen te