16 veel omhaal van woorden goed te praten, maar, afgezien vart de kwetsbare gedeelten van zijn betoog, wordt de waarschijn lijkheid ener ontlening van ofra. manse door het Diets er geenszins door versterkt. Van de verklaring van hay man door Verheye van Citters als zijnde het fra, haye-manoit heeft Sch. zich blijkbaar niet helemaal weten los te maken. Evenals ik het bestaan van een door het Diets uit het ofra. ontleend woord man ten stelligste ontken, moet ik met de zelfde beslistheid de betekenis verwerpen, die Sch. aan deze fictieve ontlening toekent, n.l. „landelijke woning met bijbe horend land". Een zeer zwak punt in zijn betoog vind ik het feit, dat Sch. in andere blijkbaar jongere man-namen aan man de betekenis toekent van „moergrond" of liever van „afge perkt gebied, dat als zoutwinningsplaats, dus als moer gebruikt werd, terwijl man in hayman de meer algemene betekenis van ofra. manse behield. Interessanter is wat Sch. ten berde brengt over de betekenis van hei(de), en heel zijn betoog was sterker in elkaar ge timmerd, indien hij de toch onhoudbare thesis van man ofra. manse had laten varen en hayman eenvoudig verklaard had als heidemeente, wat een plausibele en eenvoudige op lossing is. Mijn groot bezwaar blijft echter de cf-syncope in hay voor hayde, in een .tijd waarin men die niet verwacht (zie Van Heiten, Mnl. Spraakkunst p. 203 syncope tus- schen twee vocalen had ook d ondergaan, doch bijna alleen in de jongste periode). Persoonlijk houd ik hayman voor een zeer oud woord, veel ouder dan het Lat. charter van 1220. Voor mij is het woord zo oud als de eerste Germaanse nederzettingen op Walcheren en Sch. zou bijgevolg, om mijn bezwaar tegen de d-syncope weg te nemen, voorbeelden daarvan moeten vinden, niet in het mnl., doch in de Germaanse dialecten, die aan het mnl. voorafgaan. De ouderdom van het woord kan ikzelf ook niet door vindplaatsen staven, maar het is zo innig ver bonden met de primitiefste agrarische toestanden, dat het on getwijfeld tot daar moet opklimmen (zie N.G.N., X, p. 83). Sch. moet niet boos worden als ik zeg, dat hij hay in hayman

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1941 | | pagina 48