18 is. Voor deze landen gebruikte ik ook de term braakland, die Sch. opvat als braakliggende akker in de driejaarsbaan, terwijl ik er mee bedoel „onontgonnen land". Ook de wisselspellingen hoymen blijven ten voordele mijner verklaring pleiten. Sch. weet ze niet anders te verklaren dan als verschrijvingen, omdat hij er anders geen weg mee weet. Dat de hayman om Middelburg een moergebied geweest is, betwijfel ik ten zeerste. Niets wijst in die richting. Wel kan er in aansluiting met het Zand (Koudekerke) een zanderige aanslibbing geweest zijn. Ook was er geen uitgebreid wegen net voorhanden voor de exploitatie van zo'n uitgestrekt moer gebied noch een dichte bevolking, die Sch. daar volgens zijn theorie (de mannen of hoeven op de heide) noodzakelijk acht. Er bestond trouwens een zeer oud ambacht Hayman, wat Sch. over het hoofd schijnt te zien (zie A.Z.G., 1939, p. 8081). In het werk van Fokker, Schouwen vóór het jaar 1000, vindt men de Schouwse haymanlanden nader omschreven als volgt wei, driest, korenland, boomgaard, polder, bos, bilk, zee, broek het merendeel dezer namen wijst op minderwaardige gronden. Dat de haymannen tot het overambacht zouden be hoord hebben en daarom weinig of geen schot betaalden, zal Sch. ook moeilijk kunnen volhouden. Ten eerste zijn hayman landen ouder dan de ambachten, en ten tweede gold de schot vrijdom van het overambacht slechts den ambachtsheer deze was wel degelijk gerechtigd van de opgezetenen op het over ambacht schot te zijnen bate te innen. Volgens Scherpenisse staat naast gemet, landmaat (c. 3940 are) meet (mete) in den zin van „een stuk land, dat gemeten is, waarvan men de grootte precies kent, ook akker." Beide woorden houden dus volgens hem verband met „meten". Dit is echter niet het geval. Daargelaten noch dat elk stuk land, alvorens in cultuur te worden gebracht, gemeten werd zij het oorspronkelijk niet zo precies als Sch. zich dat voor stelt verzet zich ook de klankleer tegen een verwantschap dezer woorden, daar immers meet, of beter meed, scherp lange ee heeft tegenover de zachtlange e van meten. Terecht houden dan ook het Mnl. Wdb„ Boekenoogen, Beekman en

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1941 | | pagina 50