22
der gewone scholen spoedig haar beslag kreeg. De waarheid
is echter, dat pas op den 2 Mei 1591 (dus ruim 17 jaar na den
overgang van Middelburg) de magistraat een ordonnantie
deed afkondigen, waarbij het geven van onderwijs voor dien
tijd zeker afdoende geregeld was. Het zij mij daarom vergund
in korte trekken te schetsen, hoe in dit overgangstijdperk door
gedurigen arbeid en strijd de reformatie van het onderwijs
te Middelburg bewerkt werd
Nadat Geleyn Jansz. d'Hoorne uit zijn ballingschap te Mid
delburg was teruggekeerd, werd hij daar de eerste predikant.
Onmiddellijk stelde hij een voorloopigen kerkeraad in, die den
8sten Maart 1574 voor het eerst vergaderde. Reeds den 17den
Maart besloot deze den magistraat te vragen den katholieken
rector der Latijnsche school af te danken en verzocht tevens,
dat zij ,,de scool deden scoon ende gereet maken". Uit het
bovenstaande bleek reeds, dat hun verzoek werd toegestaan.
Maar de predikant had vernomen, dat in de armschool in de
St. Jansstraat een priester de kinderen nog steeds „allerlei
papisterie" leerde en zelfs voor eenige Katholieken in het
geheim de mis opdroeg. Besloten werd een nader onderzoek
in te stellen. Het gerucht bleek waar te zijn. Bovendien had
men vernomen, dat de soldaten den priester dreigden dood te
slaan en zijn huis te plunderen. Men begrijpt, dat de magi
straat verzocht werd den priester te verbannen, mede ook om
doodslag te voorkomen en daar juist Lieven de Mey met
een goede attestatie van Colchester was ingekomen, beval men
dezen als zijn opvolger aan. Het is zeker zeer opmerkelijk,
dat het verzoek werd afgeslagen. Spoedig echter kwam de
magistraat op zijn besluit terug de priester moest verdwijnen
en de beschermeling van den kerkeraad mocht hem vervangen.
Ook de particuliere scholen gaven redenen tot klachten.
Op 24 Maart 1574 toch deelde dHoorne mede, dat niet alleen
nog steeds katholieke schoolmeesters voortgingen met onder-
1Het volgende is gebaseerd op raadpleging van de notulen van
Wet en Raad van Middelburg en van den Kerkeraad der Ned.-Duitsch
Herv. Gemeente, die thans verloren zijn, benevens van Gecommitteerde
Raden van Zeeland.