28 kanten aan de Gecommitteerden vroegen haar toch spoedig te publiceeren. De heeren gaven daartoe onmiddellijk last, maar deze werd niet uitgevoerd. De 8ste Februari 1583 zou echter de groote dag voor het onderwijs in Zeeland worden. Toen toch keurden de Staten van Zeeland de ordonnantie, zooals die door de bovengenoem de heeren gemaakt was, goed en gelastten, dat zij in dien vorm afzonderlijk zou worden gedrukt Al waren de 19 artikelen van het concept der classes in de ordonnantie geslonken tot 11, toch spiegelde zich in deze het concept duidelijk af. De predikanten konden waarlijk tevreden zijn en waren dat zeker in het bijzonder over het 3e artikel. Daarin toch werden de schoolmeesters gelast op de predik- dagen en inzonderheid des Zondags hun kinderen tijdig naar de kerk te brengen, waar deze onder toezicht van hun meester in alle stilheid tot het einde van den dienst moesten blijven zitten. De meesters waren verplicht hen daarna weer naar de school te brengen, waar de oudsten over de preek ondervraagd moesten worden. Naar aanleiding daarvan moest dan de mees ter hen nog eens ernstig vermanen tot getrouwe plichtsbe trachting ten opzichte van God, hun ouders, de overheid, de schoolmeesters enz. 1Natuurlijk werd zij gedrukt door Richard Schilders, die juist op dienzelfden 8sten Februari tot drukker van de Staten werd benoemd. Het ,,Placaet ende Ordonnantie van de Schoolordeninghe, die men voort- aen zal houden ende observeren binnen den Lande ende Graefschappe van Zeelandt" vindt men afgedrukt in het Groot Plakkaatboek, I, bl. 301. Het bleef (met de aanvulling van 1590) ,,de onderwijswet voor Zeeland" tot 1798. In dit 4de jaar der Bataafsche vrijheid werd bij art. 92 van de Staatsregeling des Bataafschen Volks o.m. bepaald, dat een Agent van Nationale Opvoeding zou worden aangesteld, aan wien ook de bevor dering van het openbaar onderwijs was opgedragen. Enkele bepalingen zijner instructie hieven als een eerste algemeene onderwijswet de geweste lijke ordonnantiën op. Dat deze schoolordening ook buiten Zeeland van groote waarde werd geacht, blijkt wel uit het feit, dat de kerkeraad van Bergen-op-Zoom in zijn brief aan de Nat. Haagsche Synode van 1586 o.m. schreef: ,,Aen- gaende orden op de schoei ende schoelvrouwen te houden, vinden wij seer bequame t placaet ofte ordonnantie by de Staten van Zeelandt daerop ghemaect". Zie Rutgers, a.w. blz. 551 en 604.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1941 | | pagina 60