43 vergadering gecommuniceert alsdat vermeende van dienst te wesen ter vermijdinge van ongelukken, so van uytgaende als incomende compagnieschepen, in de gaten van derselver Pro vince eenige tonnen ter vermijding van de droogtens wierden gelegt, dat daarover met de Heeren Staten en verders met de Heeren Gecommitteerde Raden van Zeeland hadden ge sproken, als sullende dese te nemene voorsorgen niet alleen ten dienste van de Compagnie maar ook voor de Provintie so ten aensien van de West-Indische Compagnie als verdere scheepen strekken, dog dat genoemde presidiale kamer haar niet verder over deze saak had kunnen inlaten voor en aleer het goedvinden van dese vergadering daar over soude weeten1 Het werk geschiedde en kwam geheel ten laste van de O.I.C., wat blijkt uit een request van 1770 van de Kamer Zeeland der O.I.C. aan de Gecommitteerde Raden van dat gewest, waarin wordt betoogd dat de negen zeetonnen, lig gende in de Deurloo 2), alsmede het baken te Westkapelle al leen ten bijzondere laste van de Kamer Zeeland komen, hoewel alle schepen en ook 's lands oorlogsschepen daar voordeel van ondervinden, zoodat het redelijk zou zijn als er tonnegeld geheven mocht worden. Al in 1760 werd de eerste klank in die richting gehoord de tonnen moesten toen noodzakelijk vernieuwd worden, waarvoor de Kamer Zeeland, zich be roepende op de slechte jaren voor de V.O.C., hulp vroeg bij de provincie. Tenslotte werd in 1783 een subsidie verleend van 600 gulden per jaar. Voor het hierna te beschouwen gebied zal dus geen pilo- tage-archief eenig inzicht kunnen geven in de veranderingen van het banken en geulenstelsel gedurende de 17e en begin der 18e eeuw. Hiervoor moeten wij afgaan op wat leeskaart- boeken en zeeatlassen ons in den vorm van kaarten en zeil- aanwijzingen kunnen leeren. Het eerste der leeskaartboeken, het zgn. ,,Seebuch" van 1) Notulen vergadering van Heeren XVII, 17281730 (A.R.A., Kol. Archief no. 4554. 2) Vgl. hierna p. 49.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1941 | | pagina 75