50 Veel onderscheid tusschen de gronden, evenwel hoe dichter de Raen, hoe zachter grond. De Raen is aan de noordkant steil en de Noorderrassen heel ver vlak. Zij drogen heel lang zaam op hoe nader de Rassen, hoe vaster grond In 1774 verschijnt een kaart van Van der Loeff en Cau 1 resp. burgemeester van Veere en kapitein ter zee. In het bij- behoorende bericht lezen wij, dat de kaart grootendeels is getrokken uit de Compagniekaart de vorige), waarvan echter verschillende fouten zijn verbeterd 1°. Het land van Breskens ligt niet Yl- maar 1 mijl van Vlissingen. 2°. Het vaarwater, dat als de Spleet staat aangeduid, is thans voor schepen, die dieper gaan dan 10 a 12 voet, on bruikbaar. 3°. De Calloot is verbeterd, op de punt ligt een ton, die men bij het zeilen naar Rammekens een goed stuk aan bak boord moet laten liggen. 4°. Langs den Walcherschen wal (bij de Zuidwatering) ligt een plaatje, dat heel dikwijls verandert en allengs meer om de Oost schuift tegen de westpunt ligt een rood, tegen de oostpunt een zwart tonnetje. Beide moet men aan bakboord laten. Het vaarwater naar de reede van Rammekens of het Vlakke ligt dus tusschen dit plaatje en de Calloot. De diepten zijn heel ongestadig. De geulen verschuren heel dikwijls. Als overgang tot de kaarten van Beautemps-Beaupré, Rijk e.a. van ca. 1800 is nog te noemen een opneming, die wij naar aanleiding van kaart 505, inv. Marine, op het Algemeen Rijksarchief, aangevende de meetpunten van een nieuwe opneming, kunnen toeschrijven aan Buyskes voor het jaar 1797 2). De kaart beperkt zich tot de Deurloo en het Oostgat, waarin niet veel verandering valt te bespeuren. 1Nieuwe paskaart van Oostende tot den hoek van Schouwen, ont worpen door den burgemeester Stephanus van der Loeff en den capitein ter zee Bonifacius Cau in den jare 1774 (Atlas Zeeuwsch Gen., cat. Unger I no. 185). Zie afb. 2. 2) Plan van het Inkomen in Zeeland door den Deurloo en het Oost gat, z. j. (A.R.A., den Haag, inv. Leupe no. 55).

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1941 | | pagina 86