V
nenkamer, neergelegd. Het Genootschap heeft alle reden den
beiden heeren erkentelijk te blijven voor het vele, dat zij in
in hun ambt ten bate van het museum hebben verricht.
De commissie voor redactie van het „Ar
chief" wordt gevormd door Mr. A. Meerkamp van Embden
en Mr. Th. Portheine.
De commissie voor Zeeuwsche Folklore
heeft het verlies te betreuren van haar ijverig medelid Dr.
J. de Hullu. De nog zitting hebbende leden zijn Dr. W. S.
Unger en de heer J. Kreune, secretaris-penningmeester. Zij
zond geen verslag in.
Ten gevolge van de bijzondere omstandigheden liep het
aantal betalende bezoekers terug tot 195, van wie er 31 tegen
verlaagd tarief werden toegelaten. Over 1939 waren deze cij
fers 1742 en 135.
De conservator der Zelandia Illustrata heeft het
volgende verslag ingezonden
Van de ongeveer 860 geteekende kaarten, die in 1916 aan
het Rijksarchief in Zeeland in bruikleen waren gegeven, gin
gen meer dan 800 door de ramp van 17 Mei 1940 verloren en
bleven slechts 48 gespaard de in het museumgebouw be
waarde bleven alle gespaard.
In de bewaring der verzameling kwam in de afgeloopen
jaren een groote verandering. Bij het uitbreken van den oorlog
in September 1939 werden de 64 doozen ondergebracht in
een particuliere kluis. Na de ramp, die Middelburg in Mei
1940 trof, werd hiervoor een andere bestemming noodig, zoo
dat de verzameling weer naar haar oude en toevallig wel ge
spaarde, doch geenszins veilige bewaarplaats werd terugge
bracht. Overtuigd van het belang van den atlas, ook en
vooral voor den wederopbouw van Middelburg, temeer
daar de verzameling der gemeente verloren was gegaan, bood
het Prov. bestuur van Zeeland aan de helft te dragen van de
kosten van het maken van een kluis, hetgeen door het bestuur
gaarne werd aanvaard. In Augustus kwam deze gereed, en de
heele collectie, behalve eenige te groote kaarten, werd daarin