XXI
hulp geroepen rijksinstellingen, zoodat het Genootschap hier
mede geen bemoeienis behoefde te hebben.
Het Genootschap ontving van de Gemeente Middelburg
in bruikleen een belangrijke hoeveelheid aardewerk uit de
917de eeuw, waaronder vele gave voorwerpen, alles gevon
den in de puinhoopen van Middelburg. Den heer Van Es en
den onder zijn leiding staanden werklieden komt groote dank
toe voor de zorg, waarmede dit alles behouden bleef. Veel
hiervan werd in putten gevonden. Mits goed bestudeerd kan
deze collectie met de ongeveer gelijktijdige voorwerpen van
het verdronken land van Zuid-Beveland een interessante spe
cialiteit van het museum worden.
Aangekocht werden enkele stukken van dergelijke herkomst.
Mr. W. C. ten Kate te Goes is door den directeur van het
Rijksmuseum van Oudheden te Leiden in ons museum gedu
rende eenige dagen per week werkzaam gesteld met de op
dracht, ten behoeve van die instelling een kaartcatalogus van
de voorwerpen van oudheidkundig belang in ons museum te
maken. Deze werkzaamheid heeft onze volle instemming en
is door de welwillendheid van den genoemden directeur en
van den heer ten Kate voor het Genootschap van groot nut.
Omtrent de afdeeling Geschiedkundige voor
werpen en zeldzaamheden werd geen verslag ont
vangen.
Ten aanzien van de Ouderwetsche kamer en de
Zeeuwsche kleederdrachten valt niets te be
richten.
Hetzelfde geldt ten aanzien van het Porseleinenaar
dewerk.
De conservator der Schilder ij en meldt, dat enkele
schilderijen zijn gerestaureerd.
Ten geschenke werd ontvangen het portret van C. Krijger,
(18301876), stadsarchitekt te Middelburg, geschonken
door den heer J. Jongepier, te Utrecht, en een zeegezicht van
den Middelburgschen schilder J. F. Schütz, geschonken door
mevr. de wed. C. J. KochTilanus, te Amsterdam.