5
het Gasthuis opgenomen, reeds lang onder de goede behan
deling van dr. Bolle hersteld.
Maar al moet dan worden toegegeven dat de onmiddellijke
uitkomsten menigmaal ontmoedigend zijn geweest, wij zullen
niet voorbij zien dat in later jaren die destijds beoogde ver
beteringen wel degelijk tot stand kwamen, zij het dan lang niet
altijd onder de leiding van den kring der geneeskundigen te
Middelburg. En wat nog minder onopgemerkt mag blijven
bij al die voorstellen, verzoeken, rapporten, zien wij die
Zeeuwsche geneeskundigen vervuld van verlangens naar ver
beteringen ten bate der samenleving, niet ten bate van zich
zelf. Wel zou het mogelijk zijn op te merken dat het stichten
van een gemeenschappelijk boekenbezit en van een gemeen
schappelijk instrumentarium doet denken aan een terugkeer
naar oude gildetoestanden, maar de gildebroeders werden
daartoe genoopt door de moeilijkheid de toen nog zeldzame
boeken en instrumenten machtig te worden, terwijl bij de ge
neeskundigen in de 19de eeuw overwegingen van finantieelen
aard een belangrijke rol speelden. Ook zonder dat de schrijver
dit heeft bedoeld, spreekt het overzicht van dr. De Man in
het feestgeschrift telkens van den waarlijk soberen staat des
levens bij de meeste toenmalige Zeeuwsche geneeskundigen.
De tegenwoordige toestand, door ieder vanzelfsprekend ge
acht, dat de arts de hem noodzakelijke boeken en instrumenten
in eigen bezit heeft, pleit voor den inmiddels algemeen ge
stegen welstand der artsen, al heeft zich op het gebied der
specialismen onderwijl alweer iets nieuws ontwikkeld. Maar
dat laatste is een gevolg van den omvang, de samengesteld
heid en onverplaatsbaarheid van verschillende moderne in
strumenten van onderzoek en behandeling, evenals van de
onmatige uitbreiding van de moderne vak-literatuur.
Van de leidinggevende geneeskundigen in de 19de eeuw
waren J. C. de Man, J. P. Berdenis van Berlekom en J. C.
Bolle omtrent de jongste eeuw-wisseling nog te Middelburg