17
,,op het voetspoor van Boers" voor een wisselspelling van
hei(de) houdt. Soms verstaat Sch. mij verkeerd dat mocht
ik in deze discussie trouwens verwachten. Afgezien van het
feit, of hij de bedoelde passus van Boers heeft gekend of niet,
wilde ik tot uitdrukking brengen, dat Boers de eerste is ge
weest, die in hay(man) hei(de) zag. Meer niet. Men moet den
keizer toch geven wat des keizers is
Mijn mening dat men voor de almende, de gemeenschap
pelijke gronden, steeds de minderwaardige gedeelten uitkoos
en deze niet afheinde, kan ik ook onmogelijk prijs geven. De
uitvoerige literatuur over dat onderwerp gaf ik in N.G.N., X,
p. 85, en de heer Scherpenisse zou goed doen die literatuur
eens grondig te bewerken. Het is altijd goed, kennis te nemen
van wat er over een bepaald onderwerp geschreven is en zijn
eigen bevindingen daarmee te controleren. De voorbeelden, die
Sch. tegen de algemeen aanvaarde stelling aanhaalt, kunnen
m.i. een later stadium vertegenwoordigen, waarin de grond
door intensievere bebouwing, omwerking, bemesting, ophoging
en betere afwatering een grotere waarde heeft verkregen. Zo
moet men bv. ook de ruil van gronden beoordeelen tussen
graaf Floris IV en heer Costijn van Zieriksee, a° 1229. De
bedoelde „haymanne" kunnen toen reeds verbeterde cultuur
landen geweest zijn en waren ook geen gemeenschappelijk
bezit meer. De marken hebben trouwens niet overal dezelfde
ontwikkeling doorgemaakt. Er bestaan veel modaliteiten. In
principe behoorden de almendegronden tot de regalia en de
heer maakt gebruik van zijn recht, wanneer hij in financiëele
moeilijkheden zit. Volgens het oudgermaanse recht oefende
de heer op die gronden een hoger recht uit. Er zijn nu mar
ken, waar dit verband met het oppergezag vast, andere, waar
het minder vast, nog andere, waar het geheel los is. De beste
gronden, de bouwlanden, zocht men uit voor de essen van het
Gewan-systeem, voor de afzonderlijke hoeven van het Ein-
zelhof-systeem, maar de almende was in beide stelsels gemeen
schappelijk. Ook de „wilderts" en „hemethen" uit de Brabant-
sche charters. Pascua et terras vertaal ik hier niet door weiden
en akkers, maar door weiden en landen, wat een groot verschil
Archief 1942 2