39
boomgaert van tvoors. clooster van der Clarissen, liggende
rontsomme in zijnen muuren ende derfve, zuyt daeran gelegen,
eertijts der muncken cruythof" In deze passus wordt met
muncken eveneens „nonnen i.e. de Clarissen, bedoeld.
Aan de Zwarte monniken of Benedictijnen beantwoorden
de Zwarte zusters of Benedictinessen. Het Zwarte-monniken-
huis of -hof is dus niets anders dan het huis of hof der „swerte
nonnen" of zwartzusters, zo genoemd naar hun zwart orde
gewaad zwarte rok en schapulier in het choor of bij het
uitgaan grote kap met wijde mouwen daaromheen.
Bij de verkoop der geestelijke goederen te Vere, anno 1576,
werd het huis Rijnsburg, alias het Zwarte-monniken huis of
Rode hof verkocht en in den loop der jaren tot een fraaie
buitenplaats veranderd. Als zodanig wordt Rijnsburg vermeld
in de „Beschrijvingen van Tiendblokken op Walcheren", a°
1783, onder Serooskerke, no. 90 ,,de buitenplaats Rijnsburg"
(Rensburg). In 1866 werd zij voor afbraak verkocht en twee
jaar nadien gesloopt. Het reeds meermalen aangehaalde Re
gister van de verkoop der geestelijke goederen geeft op fo. 21
de volgende boedelbeschrijving: „de hoffstede met de huysinge,
schuyren, duvekeete metten bomgaerd, liggende rontsomme
in zijne grachten, groot tsamen 5 gemeten 24 roeden, mits
gaders de landen en andere partiën, ancomende den clooster
ofte convent van Reynsburch".
Wat de Zwarte Monniken tiende betreft, deze behoorde
aan de O.L.V. Abdij te Middelburg, blijkens het Register van
de inkomsten der abdij uit hare goederen in Walcheren, van
c. 1572 2) „een tiende, genaempt der swartte monneken".
Dit slaat op de elf gemetentiende, welke Rijnsburg aan den
abt van Middelburg door scheidsrechterlijke uitspraak moest
afstaan. Het geschil ging over de tiende van 200 gemeten
1Register van de vercoopinge van de geestlicke vervallen cloosters,
huysen, erven ende boomgaerden, vercocht binnen der Vere, a°
XVCLXXVI (Rijksarchief in Zeeland, Rekenkamer A, no. 702 (thans
verloren) f. 13).
2) Inventaris - Fruin no. 39, f. 5-7.